Omgaan met gevoelens

Omgaan met gevoelens

Kanker kan heel wat gevoelens bij je losmaken, na de diagnose, tijdens of na de behandeling. Onthoud vooral: hoe je je ook voelt, het zijn allemaal normale reacties op een abnormale situatie. Er bestaan geen ‘goede’ of ‘foute’ gevoelens. Krop ze dus niet op. Wat je voelt delen met anderen is belangrijk voor je verwerkingsproces. Wat kan je voelen? ? Je leest het hier!

Elk kankerproces is zo uniek als de persoon die het doormaakt. Niemand zal precies hetzelfde voelen als jij. Maar je staat er niet alleen voor. Je gezin, je familie, je vrienden, je dokters …: elk op hun eigen manier willen en kunnen ze je helpen. En er zijn veel andere AYA’s, die net als jij worstelen met kanker en gelijkaardige gedachten en gevoelens delen. Op hun ervaringen is de informatie hier gebaseerd.

Wat kan je voelen?

Je kan je gevoelens natuurlijk pas delen met anderen als je ze herkent en erkent. Dat is niet voor iedereen vanzelfsprekend, te voelen met de buik in plaats van te denken met het hoofd. Welke gevoelens komen zoal voor en wat kan een eerste reactie daarop zijn?

“Ik ben in shock”

Vlak na de diagnose verkeren veel mensen in shock. De boodschap ‘Je hebt kanker’ is te groot voor je brein om te begrijpen. Je schakelt automatisch over op een fight-, freeze- of flight-reactie: je bent boos (VECHTEN), je bent verlamd (BEVRIEZEN) of je weigert te geloven dat het waar is (VLUCHTEN). Je schreeuwt, je kan geen woord uitbrengen of je huilt… Alle eerste reacties zijn mogelijk. In deze fase hoef je niets te doen met die gevoelens. Probeer ze ‘gewoon’ te laten zijn, hoe moeilijk ook.

Meer weten? Bij ‘De diagnose’ vind je meer over het copingproces vlak na de diagnose.

“Ik ben bang”

Bang zijn is niets om beschaamd over te zijn. Kanker krijgen ís ook angstaanjagend. Die angst met iemand delen doet vaak al een last van je schouders vallen. Ook betrouwbare (!) informatie over je ziekte verzamelen kan je een gevoel van controle geven en helpt tegen angst. Stichting tegen Kanker geeft bijvoorbeeld betrouwbare informatie over wat kanker is, welke soorten kanker er bestaan, waaruit medische onderzoeken bestaan en wat de verschillende behandelingen inhouden.

“Ik ben in paniek”

Soms slaat angst om in paniek. Zo’n paniekaanval is een plotselinge golf van intense angst die je overspoelt en binnen enkele minuten een piek bereikt. Je hart bonst, je ademt sneller, je trilt, je zweet, je voelt je duizelig. Probeer rustig te ademen: adem 3 seconden in en adem in 6 seconden weer langzaam uit. Ga even iets doen waardoor je minder op je hart en ademhaling let: wandel even naar de wc, praat even met iemand, ga een glaasje water halen. Komen die paniekaanvallen vaak voor? Spreek erover met je dokter of een andere vertrouwenspersoon.

“Ik voel me onzeker”

Niet weten waaraan je je kan verwachten, hoe je lijf zal reageren op de behandeling … Onzekerheid maakt kanker lastig om dragen. Je kan helaas niet controleren wat de toekomst brengt. Focus daarom op wat je wél kan controleren: lief zijn voor jezelf en gezond eten bijvoorbeeld.

“Ik voel me boos”

Waarom ik? Kanker krijgen is oneerlijk en dat kan je flink kwaad maken. Dat kan geen kwaad, zolang je maar manieren vindt om de boosheid uit je lijf te krijgen. Fysieke inspanningen als wandelen, zwemmen, fietsen kunnen helpen – als je lichaam zo’n inspanning toelaat. Of schrijf, praat, teken of schilder de boosheid van je af. Boosheid verbergt vaak verdriet: flink huilen kan ook helpen.

“Ik voel me verdrietig”

Kanker kan je om veel redenen verdrietig stemmen: je uiterlijk verandert en dat kan je zelfbeeld aantasten, je voelt je fysiek niet fit, de relatie met anderen kan veranderen … Bedenk wat je kon opvrolijken in je leven vóór de diagnose. Muziek luisteren, wegduiken in een boek of serie, rondhangen met vrienden? Geef dat ook nu een kans. En onthoud: géén gevoel duurt voor eeuwig. Verdriet komt en gaat.

Let wel! Word je overweldigd door aanhoudend verdriet? Dat kan wijzen op een depressie. Schakel dan psychologische hulp in.

“Ik voel me gefrustreerd”

De fysieke gevolgen van kanker of de behandeling, de soms verstikkende bezorgdheid van naasten, de aanhoudende tips en adviezen van dokters die je moet opvolgen … Het gevoel onafhankelijkheid te verliezen kan flink frustrerend zijn. Laat het anderen weten als ze te dicht op je vel zitten, grote kans dat ze zich er niet van bewust waren. Zeg eerlijk dat je even tijd en ruimte voor jezelf nodig hebt, dat dat soms de beste manier is om jou te helpen.

“Ik voel me schuldig”

Onthoud: kanker is niet jouw schuld. Misschien voel je je schuldig omdat je rookte, alcohol dronk of drugs nam. Het klopt dat tabak, alcohol en drugs gelinkt worden aan kanker, maar er is vrijwel geen kans dat je daardoor als jongere kanker krijgt. Minder dan 1 procent van alle kankers in België doet zich voor bij kinderen of jongeren. Vooral mannen en vrouwen die ouder zijn dan 60 jaar krijgen de ziekte. De simpele, maar oneerlijke waarheid is: serious shit happens.

“Ik voel me beschaamd”

Ziek zijn overkomt je, het is niets om je voor te schamen. Toch kan je je slecht voelen om de manier waarop je lichaam verandert, om de dingen die je niet meer kan. Je kan je opgelaten voelen om de manier waarop mensen je aanstaren. Weet dat de ander zich vaak even ongemakkelijk voelt als jijzelf. Vertrek van dat gemeenschappelijke gevoel bij een gesprek. Zeg dat je ziet dat ze het lastig hebben, dat je het zelf ook lastig vindt. Geef aan dat je gerust vragen wil beantwoorden. Ongemak benoemen kan het wegnemen, voor jezelf én de ander.

“Ik voel me jaloers”

Anderen de dingen zien doen die jij niet kan doen: dat kan verschrikkelijk hard zijn. Zeker als mensen je niet meer uitnodigen uit schrik je te kwetsen, waardoor het lijkt alsof ze jou vergeten zijn. Hoe kwetsbaar het ook voelt om te bekennen dat je jaloers bent, probeer het toch te bespreken. Laat weten dat je de goede bedoelingen begrijpt, maar dat je toch graag uitgenodigd wordt, ook al kan je vaker niet dan wel op een uitnodiging ingaan.

“Ik voel me eenzaam”

Zelfs al heb je een netwerk om je heen, dat betekent niet dat je je niet af en toe flink eenzaam kan voelen, zeker tussen gezonde mensen. Het kan helpen om ervaringen van lotgenoten te lezen. Of nog: om te praten met jongeren die net als jij kanker meemaken of hebben meegemaakt. Geen twee verhalen zijn dezelfde, maar wedden dat je toch ervaringen herkent? Je vindt lotgenoten via FLAYA, organisatie voor jongvolwassenen met en na kanker in Vlaanderen en Brussel.

“Ik voel me in rouw”

Rouwen wordt vaak geassocieerd met het verlies van een dierbare, maar ook als je ziek bent, maak je een rouwproces door. Je moet afscheid nemen van je leven zoals het vóór kanker was. Je kan er anders gaan uitzien, je kan je haar verliezen, je lichaam is tot minder in staat, je voelt je buitengesloten, je mist het sociale contact op je school of je werk, je moet je professionele ambities bijstellen, je moet je kinderwens uitstellen …

Signalen dat je een rouwproces doormaakt zijn: slaapproblemen of net aldoor willen slapen, te weinig of te veel eten, vaak huilen, met rust gelaten willen worden, jezelf verdoven met drugs of alcohol. Spreek er je dokter of een andere vertrouwenspersoon over aan. Zij kunnen met jou een therapeut of psycholoog uitzoeken die ervaring heeft met rouw en verlies. Zo hoef je dat rouwproces niet alleen te doorstaan. Of: doorblader de Belgische website Lost & Co of de Nederlandse site In de wolken. Beide websites informeren hoopvol over verlieservaringen en hoe je daarmee omgaat.

Hoe kan je met gevoelens omgaan?

Je gevoelens en gedachten in de loop van de dag noteren, kan helpen om patronen te ontdekken. Wat hielp je om gevoelens in sterkte te doen afnemen? Wat was net niet helpend? Schrijf toppers en floppers neer. Op de succeservaringen kan je een volgende keer terugvallen; afknappers kan je in de toekomst vermijden.

Oh ja: je hoeft niet altijd iets te doen met je gevoelens. Je kan ze ook gewoon omarmen en laten ‘zijn’, in de wetenschap dat ze niet voor eeuwig aanhouden. Zolang je ze maar niet actief wegduwt, want net als een strandbal die je onder water duwt en weer lost, komen ze dan later in volle kracht weer aan de oppervlakte.

Jij kent jezelf het beste, jij weet best wat werkt voor jezelf, maar enkele mogelijke copingstrategieën zijn alvast:

Informeer je

Een geïnformeerd mens is er twee waard. Sommige mensen houden ervan zich helemaal in te lezen over de ziekte, de behandelingen en de eventuele bijwerkingen. Ze vinden het prettig te weten waaraan ze zich kunnen verwachten. Begrijp je iets niet? Blijf er niet mee zitten. Stel je vragen aan de dokter of andere zorgverleners.

Maar pas op voor “dokter Google”. Hoewel het internet een schat aan informatie biedt, is niet alle informatie even betrouwbaar of actueel. Zelfdiagnose en zelfbehandeling op basis van wat je online vindt, kunnen gevaarlijk zijn. Vertrouw daarom op betrouwbare websites en zoek altijd professionele medische hulp wanneer je vragen of zorgen hebt.

Controleer wat je kan controleren

Kanker zal voor onbepaalde tijd een deel van je leven beheersen. Je zal de controle op bepaalde gebieden moeten lossen. Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan, dat ‘loslaten’. Op www.geluksdriehoek.be (van het Vlaams Instituut voor Gezond Leven) kan je je ‘mentale fitheid’ trainen en verzorgen. Je vindt er tips om om te gaan met lastige gevoelens en te werken aan je veerkracht.

Loslaten betekent echter niet dat je de situatie volledig moet ondergaan. Zoek naar dingen die je wél kan controleren. Denk actief mee met de dokter en de andere zorgverleners over je behandeling, zoek uit van welk eten je meest geniet, welke fysieke inspanningen je nog aankan … Raadpleeg de AYA-kompas. Daarmee kan je de richting bepalen van het gesprek met je dokter en andere zorgverleners.

Leef zoveel mogelijk zoals je dat vroeger deed

Natuurlijk is er een leven voor en na je diagnose. Natuurlijk zullen er dingen in je leven ingrijpend veranderen. Maar jij blijft jij! Als je er voor de diagnose van hield om vrienden te zien, een serie te kijken, een boek te lezen, buiten te zijn, muziek te luisteren … blijf dat dan vooral doen!

Probeer ook zoveel mogelijk je vroegere vaste routine aan te houden. Stond je om 6.30 uur op en zat je om 7.15 uur aan het ontbijt? Hou dat ook na de diagnose vol, als de ziekte het toestaat. In een leven vol veranderingen voelt routine veilig en vertrouwd.

Laat anderen je helpen

Durf hulp te vragen aan anderen. Het lijkt misschien of alleen jij daar ‘plezier van hebt’, maar dat is niet zo. Eigenlijk doe je hen een plezier 😉. Mensen voelen zich vaak even machteloos als jij tegenover je ziekte. Als ze ‘iets’ kunnen doen voor jou, dan doet hen dat ook deugd.

Omdat ze soms niet goed weten hoe ze kunnen helpen, blijft het aan hun kant stiller dan ze zouden willen. Bedenk daarom heel concrete klusjes: wie wil boodschappen doen? Wie kan een keer koken? Wie wil je vergezellen bij een onderzoek? Stel eventueel een appgroepje met helpende handen samen. Dan zijn de taken snel verdeeld.

Leef je uit, fysiek of creatief

Je hoeft niet meteen heel zware inspanningen te leveren om je ziekte even te vergeten – dat mag natuurlijk, als het ook van je dokter mag. Gewoon even de benen strekken, je uitrekken of een baantje trekken volstaan om je gedachten te verzetten. Ben je niet zo’n sportieveling? Zoek een creatieve uitlaatklep. Maak foto’s of filmpjes, tokkel op een gitaar, schrijf poëzie, teken of schilder, knutsel …

Leer iets nieuws

Voed je brein met nieuwe dingen voordat het zich voedt met piekergedachten. Leer gitaar spelen via YouTube, luister een Tedtalk over een onderwerp dat je interesseert, leer een nieuwe taal met DuoLingo of leer mediteren met Headspace, een app die je op een laagdrempelige manier introduceert in mindfulness en mediteren. Een gezonde voeding is is ook een positieve manier om voor jezelf te zorgen. De moeite waard om een aantal nieuwe recepten uit te proberen op https://www.zekergezond.be/tabs/home

Stel jezelf doelen

Ga niet in overdrive, maar stel jezelf kleine dagelijkse en wekelijkse doelen. Rommel elke dag één lade van een keukenkast op. Wandel elke ochtend een blokje om. Kijk elke week een documentaire. Schrijf elke zondag het hoogtepunt van die week neer. Geen puf om je doelen te halen? Over naar de volgende tip!

Wees lief voor jezelf

Luister naar je lichaam en je geest. Doe niets tegen je goesting. Als je lijf moe is, rust of slaap dan gewoon. Investeer je energie aan vrienden en familie die positief bijdragen aan je leven. Je hoeft geen tijd te verspillen aan mensen die energie vreten! Je verdient overigens echt dat tikkeltje extra nu: verwen jezelf met een massage, spaar voor dat ene mooie kledingstuk …

Met wie kan je praten (en hoe)?

Praten helpt, zoveel is zeker. In principe komt iedereen met wie jij wil praten daarvoor in aanmerking, zolang het maar iemand is die je vertrouwt, die naar je luistert, discreet en eerlijk is, je niet veroordeelt, niet de hele tijd met oplossingen komt aandraven.

Vertrouwenspersonen

  • je partner
    Heb je een lief? Dan is dat natuurlijk een geknipte schouder om op uit te huilen. Natuurlijk: soms loopt dat niet makkelijk, kanker kan voor verschuivingen zorgen in een relatie. Hoe kan je met elkaar communiceren zodat de afstand tussen jullie niet vergroot? Lees erover bij ‘Relaties en seks’.
  • je ouders
    De kans is groot dat je ouders de rol van mantelzorger opnemen: omdat je nog thuis woont of tijdelijk opnieuw thuis komt wonen, omdat ze bij je langskomen als je al alleen woont. De liefde van je ouders voelen is fijn, maar het kan ook vervelend zijn om je opnieuw afhankelijk te voelen. Net terwijl jij bezig bent om je vleugels uit te slaan! Hun natuurlijke zorgreflex kan voor jou als beklemmend en overbeschermend voelen …Wees mild: je ouders weten vaak ook niet hoe ze het moeten aanpakken. En goede afspraken maken goede vrienden. Bespreek met je ouders wanneer ze op je kamer mogen binnenvallen en wanneer niet, wanneer ze bij jou thuis mogen langskomen en wanneer niet. Het kan ook lastig zijn om je ouders verdrietig te zien omdat ze zich zorgen maken over jou. Misschien zie je zelfs dat jouw ziekte een invloed heeft op hun relatie. Onthoud: het is niet jouw schuld dat je ziek bent!
  • je broers of zussen
    Kanker kan ervoor zorgen dat je band met je broers of zussen beter wordt. Maar het kan de relatie tussen jullie ook bemoeilijken: sommige broers of zussen vinden het lastig dat alle aandacht naar jou gaat. Of ze willen er niet over praten om je te sparen. Ze kunnen bang zijn dat ze ook ziek worden als je een kanker kreeg die erfelijk bepaald is. Opnieuw: wees mild. Ook voor een broer of zus is dit een moeilijke situatie. Vraag hoe het voor hen voelt, zeg wat hun reactie met jou doet.
  • je vrienden
    Vriendschappen kunnen veranderen door kanker. Word je met sommige vrienden net closer, dan kunnen andere vriendschapsbanden verwateren. Probeer je te focussen op de vriendschappen die écht belangrijk voor je zijn, zelfs als die vrienden en vriendinnen minder van zich laten horen dan ze willen. Ze zijn bang om je kwijt te raken, voelen zich machteloos of beseffen hoe kwetsbaar ze zelf zijn. In plaats van daarover te communiceren lopen ze ervan weg.Hoe opener jezelf bent, hoe makkelijker vrienden het vinden om met jou te praten over de ziekte. Geef het eerlijk aan als je je soms jaloers voelt op alles wat zij wel nog kunnen doen en jij niet, als je het lastig vindt dat je niet altijd kan deelnemen aan feestjes of verjaardagen, als je bang bent dat ze je zullen vergeten … Benoem tegelijkertijd dat je begrijpt dat hun leven doorgaat, dat ze zich niet schuldig hoeven te voelen. En spreek af en toe uit hoe fijn je het vindt dat ze er voor je zijn. Vul niet voor de ander in hoe die zich voelt, vraag er liever naar 😉.
  • lotgenoten
    • Wil je in contact komen met lotgenoten? Surf naar FLAYA en Care4AYA

Niet zoveel zin in praten? Je kan blogs van lotgenoten googlen en lezen.

  • je leerkracht of docent als je nog studeert
  • je dokter of een andere zorgverlener
    • Je zorgverleners zijn er niet alleen voor je medische vragen. Ze helpen je ook graag als je emotioneel ergens tegenaan loopt.
    • Check de AYA-kompas. Jij bepaalt daarmee de richting van het gesprek met je dokter en andere zorgverleners.
  • een psycholoog of therapeut
    • Voor jongeren tot 20 jaar is er korte, anonieme gratis hulp in een van de TEJO-huizen in je buurt.
    • Voor jongeren tot 25 jaar is er altijd wel een Jongeren Advies Centrum, kortweg JAC, in de buurt.
    • Vind een psychologe, psychotherapeut en seksuoloog in je buurt die specifiek ervaring hebben met mensen met kanker.
    • Je kan ook je dokter of een andere zorgverlener om een goede doorverwijzing vragen. Vraag aan lotgenoten met wie zij een goede ervaring hebben.

Hoe hou je mensen op de hoogte?

Al die mensen die je in vertrouwen neemt en verder ook kennissen, studiegenootjes, collega’s die verder van je afstaan willen natuurlijk weten hoe het met je gaat. Dat is fijn, maar iedereen individueel antwoorden kost veel tijd en energie. Die heb je niet altijd als je kanker hebt. En soms heb je ook geen zin om erover te praten.

Simpele oplossingen om veel mensen tegelijk op de hoogte te houden zijn: een nieuwsbrief sturen, een niet-openbaar socialemediakanaal aanmaken waarin je je zelfgekozen compagnons de routes opneemt, een blog maken, een WhatsApp-groep maken (die je zo instelt dat mensen niet kunnen reageren – leg uit waarom je dat zo doet), aan een goede vriend of familielid vragen om voor een periode jouw spreekbuis en contactpersoon te zijn wanneer het even moeilijker gaat…

Ben je niet op de goede plaats?