Ernstig ziek worden: dat link je doorgaans aan oudere mensen. Als jongere de diagnose van kanker krijgen is vaak een donderslag bij heldere hemel. Er komt veel op je af – veel meer dan wat als jongere normaal gezien je pad kruist. Het is logisch dat je daar heel erg van schrikt!
Deze vraag-en-antwoordpagina begeleidt je stap voor stap doorheen die eerste schok, tot je leven weer wat stabieler aanvoelt. Hoe stelt een dokter een diagnose? Welke vragen mag je niet vergeten te stellen? Wat kan een diagnose allemaal losmaken aan gevoelens? En hoe ga je daarmee om in de eerste dagen en weken? Je verneemt het hier!
Als er kanker in het spel is, onderzoekt je arts je grondig. Zo krijgt die een goed zicht op het soort kanker dat je hebt en hoe ernstig jouw situatie is.
Een precieze diagnose is nodig om de behandeling op te starten die best bij jou en je ziekte past.
De dokter:
• stelt je veel vragen. Dat vraaggesprek noemt de medische
wereld de anamnese.
• onderzoekt je lichaam. Dat heet het klinisch
onderzoek.
• verwijst je meteen door naar een specialist of laat extra
onderzoeken uitvoeren (bijvoorbeeld: een radiografisch,
echografisch of endoscopisch onderzoek ). In dat laatste geval moet
je nog even wachten voor je weet waar je aan toe bent.
De namen van die medische onderzoeken zal je vaak niet kennen. Wees niet bang om je dokter vragen te stellen. Wil je achteraf nog meer uitleg? Ga dan naar het overzicht met medische onderzoeken.
Na de diagnose weet de dokter meestal welk soort kanker je hebt en in welk stadium die zich bevindt. In het gesprek na de diagnose krijg je een of meer behandelingen voorgesteld. Samen met de dokter, en eventueel je ouders, kan je beslissen wat voor jou de beste oplossing is.
Als je ziekte een concrete naam krijgt, kan je daar erg van schrikken. Je brein neemt de informatie van de dokter dan niet meer op. Bereid je daarom voor op het gesprek: een voorbereid AYA is er twee waard!
Deze drie handige richtvragen nodigen je dokter uit voor een open gesprek. Noteer ze vóór je doktersbezoek, op papier of digitaal:
Vraag als AYA ook:
Met alle antwoorden op die vragen kan je een goed geïnformeerde keuze maken voor je behandeling. Niet alleen je dokter en het medisch team beslissen daarover. Ook jouw stem is belangrijk! In een volgend gesprek kan je knopen doorhakken. Daarna zal je behandeling opstarten. Als de kanker agressief is, dan kan het zijn dat je (bijna) geen bedenktijd hebt en de behandeling (meteen) opstart.
Wil je de soorten behandelingen tegen elkaar afwegen? Wil je meer weten over de bijwerkingen? Raadpleeg dan onze pagina over behandelingen.
Bij een diagnose van kanker davert je wereld op haar grondvesten. Die klap verwerken vraagt emotioneel veel van jou. En de klap vraagt ook veel tijd, van enkele dagen tot enkele weken. De meeste jongeren met kanker slagen erin om na verloop van tijd weer een evenwicht te vinden, maar dat duurt wel even.
Meestal doorloop je drie fasen na de diagnose – meestal, want elk proces is uniek, net als alle mensen uniek zijn natuurlijk. Het helpt wel om inzicht te krijgen in dat proces. Je weet dan waaraan je je kan verwachten en je kan je eigen gevoelens beter begrijpen.
Deze drie fasen samen vormen HET COPINGPROCES. To cope with betekent zoveel als ‘omgaan met’. Het is dus het proces waarin je stap voor stap leert om te gaan met de diagnose.
Voor elk van de drie fasen tussen het ogenblik van de diagnose en het ogenblik dat je weer wat stabieler wordt; bestaan er ondersteunende copingtips – tips over hoe je met de diagnose kan omgaan.
FASE 1 – JE VERKEERT IN SHOCK DOOR DE BOODSCHAP
FASE 2 – JE LIJF EN JE BREIN REAGEREN OP DE BOODSCHAP
Je kan je gevoelens natuurlijk pas delen met anderen als je ze herkent en erkent. Dat is niet voor iedereen vanzelfsprekend, maar bijleren kan je altijd!
Enkele tips and tricks:
FASE 3 – JE BEGINT MET DE VERWERKING
In deze fase begin je de diagnose te aanvaarden. Je begint de gevoelens die erbij horen stilaan te verwerken. Dit kan je helpen:
Een diagnose delen met je ouders, je kinderen, je lief, je vrienden op school, je collega’s op het werk is niet makkelijk. Toch zal je je omgeving nodig hebben tijdens je medisch traject, voor praktische en emotionele hulp. Als je zwijgt, dan kan je die hulp ook niet krijgen.
Vooral vlak na de diagnose kan het heel moeilijk zijn voor jou én de mensen om je heen om erover te praten. Je ouders kunnen heel bezorgd reageren en kunnen té veel vragen hoe je je voelt. Je vrienden kunnen zich ongemakkelijk voelen om met jou te praten. Collega’s kunnen bang zijn om te opdringerig over te komen of net te weinig betrokken te zijn. Je lief weet niet goed of je er meer of liever minder over wil praten. En je kinderen zijn misschien nog heel jong
Benoem in een eerste gesprek met je omgeving dus niet alleen dat je kanker hebt. Vertel ook wat die boodschap met jou doet en welke reacties je helpen of net niet.
Enkele suggesties:
Praat vooral vanuit de ik-persoon: Ik vind het leuk als je … / Het voelt niet goed als je … zegt/doet.
Ook verderop in je medisch traject blijft het natuurlijk belangrijk om te praten en om stil te staan bij je gevoelens. Onze pagina Omgaan met gevoelens gaat er dieper op in.