Als je niet meer beter wordt

Als je niet meer beter wordt

We zouden willen dat de wereld mooier in elkaar zat, maar soms moet de dokter je vertellen dat je niet meer kan genezen. Dat er geen behandeling meer is die werkt. Ook als je nog jong bent. Dat slechte nieuws schudt alle zekerheden in je leven dooreen. Je wordt er veel te vroeg mee geconfronteerd dat het leven eindig is … Het is normaal dat je die boodschap bijna niet kan vatten.

Wat wil en kan je nog meemaken? Wat zal je niet meer lukken en hoe ga je daarmee om? Wat wil je nog zeggen of regelen? Wanneer vind je je leven nog de moeite waard en waar trek je voor jezelf de grens? Dat zijn allemaal vragen die je ongetwijfeld bezighouden. Deze webpagina overloopt je opties als je weet dat je niet meer beter wordt.

 

ONGENEESLIJK ZIEK ZIJN. WAT BETEKENT DAT PRECIES?

Ongeneeslijk ziek zijn betekent dat er geen behandeling meer is die je definitief kan genezen. Je bent in de laatste fase van je leven beland. Die kan een paar jaar, een paar maanden of veel minder lang duren. Je krijgt al die tijd wel nog een palliatieve behandeling – een behandeling die de pijnlijke gevolgen van je ziekte zoveel mogelijk verlicht. (Palliatie betekent letterlijk: ‘verzachting’.)

Hoe snel je ziekteproces vordert, dat kan geen dokter precies voorspellen. De behandeling wordt afgestemd op de fase waarin je zit:

  • Het medische team zal eerst proberen om je ziekte zelf te vertragen. Als die vertragende behandelingen aanslaan, kan je nog jaren met de ziekte leven.
  • Als kanker na een langere of kortere tijd weer opflakkert, dan zal de behandeling vooral de symptomen van je ziekte aanpakken, zoals kortademigheid of misselijkheid. Je levenskwaliteit staat voorop. Het team zoekt samen met jou hoe je zo actief en pijnvrij mogelijk kan blijven leven, op een manier die jij oké vindt.
  • Als je ziekte nog verder vordert, dan komt er naast de lichamelijke zorg (nog) meer oog voor mentale zorg. Wat vind jij ‘kwalitatief, waardevol leven’? Wat vind jij ‘je leven rekken’? Zijn er gevoelens als verdriet of angst of boosheid waar je geen weg mee weet? Waaruit kan je nog troost, kracht en inspiratie halen? Lukt het je om met vrienden en familie te praten? Zijn er praktische zaken, zoals contact met de verzekeraars, die je niet ziet zitten? Het medische team probeert je te helpen met die vragen.
  • Als de dokter inschat dat je nog maar korte tijd te leven hebt, kom je in de terminale fase van je ziekteproces. De focus verschuift dan van ‘kwaliteit van leven’ naar ‘kwaliteit van sterven’. Het medisch team wil je nog de tijd geven om zaken te regelen, om te praten met wie je nog wil, om de dingen te doen die je nog graag wil doen voor je gaat.
Palliatieve zorg vs. terminale zorg

Je schrikt wellicht als de dokter zegt dat die je palliatief zal behandelen. Dat komt omdat mensen ‘palliatieve zorg’ vaak als ander woord zien voor ‘terminale zorg’. Dat klopt niet: terminale zorg of levenseindebegeleiding maakt deel uit van palliatieve zorg, maar valt er niet mee samen.

Een uitgebreid onderscheid tussen palliatieve behandeling, palliatieve zorg en terminale zorg lees je op onze pagina Als je niet meer beter wordt voor volwassenen.

NIET MEER BETER WORDEN. HOE VERTEL JE DAT AAN ANDEREN?

Jij beslist zelf met wie je dit nieuws wil delen, wanneer je er klaar voor bent en hoe je dat wil doen. Hier zijn een paar voorbeelden van hoe anderen het aanpakken:

  • Je kan het zelf vertellen. Of: je vraagt aan iemand die je vertrouwt om het nieuws in je plaats te vertellen.
  • Je kan ook een WhatsApp-groepje maken of een privé-account op Instagram waarin je deelt hoe je je voelt met wie jij wil. Je bereikt dan veel mensen zonder telkens opnieuw je verhaal te doen. Vind je het te vermoeiend om op alle reacties te reageren? Schakel die dan uit.

Niet elke reactie zal troostend zijn. Uit ongemak reageren mensen soms stom. Ze zeggen dat je er goed uitziet, zeggen dat ze hopen dat de medische wereld je toch nog kan genezen, gebruiken zwarte humor, vertellen verhalen over mensen die hetzelfde doormaken … We zijn natuurlijk allemaal ‘maar’ mensen. Toch kan je je er eenzaam door voelen. Probeer uit te leggen welke reacties jou meer helpen: “Het voelt niet goed als je … zegt/doet. Ik vind het wel fijn als je …”

NIET MEER BETER WORDEN. HOE VERTEL JE DAT AAN JE KINDEREN?

Ben je een AYA met kinderen? Het is logisch dat je weerstand voelt om kleinere kinderen te vertellen dat je doodgaat. Toch zijn er belangrijke redenen om dat meteen te doen: je kind krijgt de tijd om te wennen en kan bewuster afscheid nemen, meer van de tijd met jou te genieten en heeft de tijd om te praten met jou over doodgaan. Kinderen die snel en open informatie krijgen over de ernst van je situatie, ontwikkelen minder angst en problemen achteraf. Bovendien zijn kinderen flexibel en veerkrachtig.

Enkele tips:

  • Vertel het nieuws eerst aan een volwassen naaste. Dan heb je de meest heftige emoties al even kunnen uiten.
  • Als je meerdere kinderen hebt, vertel het dan aan allemaal tegelijk.
  • Wees heel duidelijk in je verwoordingen.
    • Gebruik het woord ‘doodgaan’ en niet de omfloerste omschrijving ‘niet meer beter worden’. In dat laatste geval gaan kinderen ervan uit dat je nog heel oud kan worden.
    • Zeg niet dat je ‘voor eeuwig zal slapen’. Kinderen kunnen bang worden om te gaan slapen op die manier.

Benoem wat je toekomstverwachtingen nog zijn. Zeg geen dingen die je niet waar kan maken, maar geef wel hoop. Bijvoorbeeld door aan te geven dat je nog zoveel mogelijk tijd met je kind wil doorbrengen.

NIET MEER BETER WORDEN. WAT KAN DAT BIJ JE LOSMAKEN?

‘Je wordt nooit meer beter.’ Die boodschap is heel zwaar. Ook al kan je in sommige gevallen nog jaren met de ziekte leven, horen dat je ongeneeslijk ziek bent: dat is verschrikkelijk pijnlijk. Een stuk van je leven zal je niet kunnen invullen zoals je dat wilde.

Mensen kunnen heel uiteenlopend reageren op het nieuws. Weet dat er geen goede of foute reacties bestaan. Je kan verschillende emoties ervaren die soms snel komen en gaan, dan weer langer aanhouden.

Wat kan je voelen?

Dit is wat andere AYA’s bijvoorbeeld ervaarden:

  • Ontkenning
    Het is niet ongebruikelijk dat je blijft geloven dat je toch kan genezen en dat alles goed zal komen. Die hoop kan je veel troost bieden. Je hoeft dan niet na te denken over wat het nieuws echt betekent. Na verloop van tijd kan het moeilijker worden om jezelf te overtuigen dat alles in orde is. De boodschap ontkennen kan je er ook van weerhouden om de dingen te doen en zeggen die je het liefst zou willen. Weet dat het oké is om je gevoelens toe te laten.

Oh ja: soms denken mensen dat jij in de ontkenning zit, terwijl jij je wil focussen op andere dingen. Ook als dat gaat om een reisje plannen die je misschien nooit zal kunnen maken. Dat is helemaal oké! Vaak helpt het om mensen uit te leggen waarom je daarvoor kiest. Geef aan wanneer je over de ziekte wil praten en wanneer je gewoon ‘even normaal’ wil zijn.

  • Boosheid
    De meeste mensen voelen zich op een gegeven moment boos. Je kan boos worden op je zorgverleners, je vrienden en familie, of op jezelf. Misschien voelt het alsof de hele wereld tegen je is. Dat is volkomen begrijpelijk. Dat je niet meer beter wordt is dan ook ongelooflijk oneerlijk. Het kan zijn dat je niet volledig over je boosheid kan heen komen. Wel kan het helpen om de energie van de boosheid te gebruiken voor andere dingen.
  • Verdriet
    Het is heel normaal dat je je verdrietig voelt. Misschien voel je je te neerslachtig om je gevoelens met anderen te delen – en dat hoeft ook niet als je daar niet klaar voor bent. Soms kan het helpen om je moeilijke gedachten op te schrijven.
  • Lusteloosheid
    Het kan bevreemdend aanvoelen om te zien dat de wereld blijft doordraaien, dat mensen zich druk maken om dagelijkse dingen. Voor jou kunnen hun bezigheden zinloos aanvoelen. Je kan de fut ontbreken om je zelf nog met die ‘pietluttigheden’ bezig te houden, laat staan met dingen die je vroeger fijn vond. Dat lusteloze gevoel komt vaak voor en het verandert meestal gaandeweg. Praten over hoe je je voelt kan helpen.
  • Minderwaardigheid
    Terwijl je leeftijdsgenoten een lief vinden, gaan studeren of hun eerste professionele stappen zetten, breng jij tijd door in het ziekenhuis waar je vooral omringd wordt door oudere mensen. Je kan je daardoor minder nuttig gaan voelen. Het kan op termijn helpen om te gaan zoeken naar de dingen die je wel nog kan en die je ook belangrijk vindt, zoals vrijwilligerswerk.
  • Frustratie
    Het kan voelen alsof je de situatie totaal niet onder controle hebt. Dat is normaal. Ook dat je sommige dingen niet meer kan doen omdat je je te slecht voelt, kan erg vervelend zijn. Wat kan helpen om je minder gefrustreerd te voelen is je te focussen op die zaken die je wél nog zelf in handen hebt: mee beslissen over hoe en waar je wordt behandeld, hoe je je laatste tijd wil doorbrengen…
  • Angst
    Het is volkomen normaal om vragen te hebben over de dood. Wanneer zal het gebeuren? Zal het pijn doen? Hoe lang zal het duren? Hoe zal het zijn? Zal ik weten wat er gebeurt? Je kan die vragen bespreken met je dokter of een onco-psycholoog. Hoewel ze misschien niet altijd een specifiek antwoord kunnen geven, is het goed om erover te praten en je te informeren.
  • Eenzaamheid
    Je kan het gevoel hebben dat niemand echt begrijpt wat je doormaakt. Voor vrienden of familie gaat het leven door en ze weten niet altijd goed hoe ze met de situatie moeten omgaan. En hoewel elke situatie altijd uniek is, kan het helpen om te praten met lotgenoten die net als jou te horen kregen dat ze niet meer kunnen genezen.
  • Bezorgdheid om anderen
    Je kan je niet alleen zorgen maken om jezelf, maar ook om de pijn die je je vrienden en familie ongewild bezorgt omdat ze afscheid van je moeten nemen. Je kan je zelfs schuldig voelen. Als je het kan, deel die gevoelens dan met hen. Wie dicht bij je staat, zal je ongetwijfeld vertellen dat ze niet willen dat je je slecht voelt over hen.

Wat kan je doen?

Niemand heeft pasklare troost voor wat je voelt, maar het doet deugd je gevoelens met anderen te delen. Of met lotgenoten die hetzelfde doormaken. Als je geen zin hebt in praten, dan kan je er ook over lezen of podcasts over luisteren. Het UZ Leuven verzamelde lees- en luistertips op zijn website en ook Palliatieve Zorg Vlaanderen heeft tips.

Pieker je te veel of worden de angstgevoelens te groot? Schakel dan hulp van een maatschappelijk werker of oncologisch psycholoog in. Wie gelovig is, kan ook erg veel troost putten uit een gesprek met een pastoor, een imam of een andere spiritueel leider.

NIET MEER BETER WORDEN. HOE GA JE ERMEE OM?

Na verloop van tijd kan je merken dat je gevoelens minder intens worden en draaglijker worden. Sommige AYA’s zeggen dat ze er geleidelijk aan wennen dat de behandeling niet aanslaat. Dat ze beetje bij beetje afscheid leren te nemen van het toekomstbeeld dat ze voor ogen hadden.

Ervaar je dat op een gegeven moment ook? Dan kan je je aandacht richten op het leven dat je nog rest, opnieuw vorm te geven. Je kan nadenken over de dingen die je nog wil doen (of niet langer wil doen). Je kan nadenken over waar je de grens trekt voor jezelf of praktische zaken regelen. Enkele vragen waarbij je kan stilstaan – kan, want niets moet!

Wil je een bucketlist, een fuck it-list of geen van beiden?

Denk na of je zelf nog zin hebt in actief zijn. Wil je nog uitstapjes ondernemen? Een hobby uitoefenen? Wil je nog mensen zien en spreken? Van wie wil je bewust afscheid nemen? Wie wil je een herinnering van jezelf meegeven? Jij beslist, laat je niet door een ander overhalen. Wees zuinig met je energie. Veel mensen hebben helemaal geen bucketlist en willen gewoon de normale dingen blijven doen. Misschien heb je wel meer nood aan een fuck it-list met dingen waarin je géén energie meer wil steken?

Enkele tips:

  • Zoek bezigheden die niet te veel inspanning van je vergen.
    Focus op wat je wel nog kan, niet op wat niet meer kan. Je hobby uitoefenen lukt misschien nog wel met hulp van een naaste, een ergotherapeut, een vrijwilliger… Zelfstandig reizen lukt wellicht niet meer, maar er bestaan ook aangepaste vakanties voor mensen met speciale noden.
  • Beslis met wie je nog contact wil onderhouden en hoe.
    Je kan een blog bijhouden of een wekelijks mailtje sturen om mensen te laten weten hoe het met je gaat. Je kan ook een WhatsApp-groep maken waarin je groepsreacties uitschakelt en mensen alleen aan jou kunnen antwoorden. Je kan mensen laten langskomen in afgebakende tijdsblokken. Werk eventueel met een tussenpersoon die alle contacten voor je regelt.
  • Neem bewust afscheid, als je dat fijn vindt.
    Soms vinden mensen het fijn om te werken aan hun emotionele nalatenschap: ze schrijven herinneringen neer, verzamelen jeugdfoto’s, spullen waaraan ze gehecht zijn. Dat kan van grote emotionele waarde zijn voor wie je achterlaat. Of ze schrijven afscheidsbrieven aan wie hen lief is, nemen een afscheidsvideo op, vragen mensen nog een laatste keer op bezoek …

Wat geeft je leven nog zin?

Vaak vragen mensen zich af hoe ze nog zin kunnen geven aan het beperkte leven dat hun nog rest. Ga na waar je nog troost, kracht en inspiratie uithaalt:

  • Voor sommige mensen gaat het om bewust genieten van muziek, van kunst …
  • Anderen ervaren troost, kracht en inspiratie uit bidden, mediteren, een kaars aansteken, in de natuur wandelen …
  • Nog anderen houden ervan om gedachten neer te schrijven, zingevingsteksten te bestuderen, te praten met anderen over de zin van het bestaan …

Soms vraag je je af hoe je nog van betekenis kan zijn voor anderen als je steeds minder kan. Kleine gebaren kunnen echter volstaan om een verschil te maken. Gewoon hardop uitspreken dat je een naaste graag ziet bijvoorbeeld. Of plantenstekjes van je favoriete kamerplant uitdelen.

Hoe zie je je levenseinde?

Je dokter zal misschien met jou willen praten over hoe je verzorgd wil worden als je te ziek wordt om nog keuzes te maken. Als je wil, kan je je partner, je ouders, vrienden of familie in die gesprekken betrekken. Als je jonger bent dan 18 jaar, dan zal wie voor je zorgt daar een grote rol in spelen. Tot wanneer vind jij leven met je ziekte nog de moeite waard? Waar wil je de grens trekken? Wil je sterven in het ziekenhuis of thuis, in je vertrouwde omgeving? Het kan beangstigend zijn om deze vragen nu te lezen, maar het kan ook gemoedsrust brengen als je samen met anderen naar antwoorden kan zoeken.

Wil je nog praktische zaken regelen?

Misschien wil je ook met je vrienden en familie praten over je wensen voor een eventuele begrafenis, wat er met je bezittingen moet gebeuren of met je socialemedia- en andere accounts – of gewoon wat je wil dat ze op je verjaardag doen. Als je voelt dat zaken nog regelen naar jouw wens je rust brengt, wacht er dan niet mee tot je volledig verzwakt bent. Maar weet ook dat je er niet mee hoeft bezig te zijn als je niet wil. Je kan ook gewoon vertrouwen op iedereen die er altijd voor jou is geweest.

Op onze pagina Als je niet meer beter wordt voor volwassenen lees je alles over geldzaken, je uitvaart en andere kwesties regelen.

Ben je niet op de goede plaats?