Een gezonde, evenwichtige voeding kan sommige kankers helpen voorkomen. Daar bestaat een grote wetenschappelijke consensus over. Veel aandacht gaat dus naar voeding en kankerpreventie. Tijdens en na de kankerbehandeling krijgt voeding helaas vaak te weinig aandacht. De verklaring is simpel: een dieet maakt geen deel uit van de behandeling en draagt dus niet rechtstreeks bij aan je genezing.
Maar ook al heeft voeding geen rechtstreekse invloed op je overlevingskansen, ze ondersteunt je behandeling wel. Helaas: uitgerekend ‘gewoon gezond eten’ en ‘genieten van eten’ zijn vaak moeilijk als je behandeld wordt tegen kanker. Zowel de ziekte zelf als de bijwerkingen van behandelingen kunnen de eetgewoonten ¬flink verstoren.
Voor mensen met een risico op ondervoeding biedt Stichting tegen Kanker een brochure aan met 32 eiwit- en calorierijke recepten. Wij hopen dat deze recepten inspireren en dat ze naast gezondheidsvoordeel, ook culinair genot en eetlust geven aan wie in behandeling is.
Met de steun van Nutricia en Fresenius
Laat je niets wijsmaken: er bestaan géén wonderdiëten die kanker volledig voorkomen, laat staan genezen. Via voeding kan je bijwerkingen niet vermijden. Verder kan je niet ontsnappen aan een terugkeer van de ziekte noch je overlevingskansen verhogen door je voeding.
Je behandeling optimaal ondersteunen kan wél met de juiste voeding en eetgewoonten. Vooral voldoende energie en eiwitten binnenkrijgen en ondervoeding vermijden is belangrijk. Een gespecialiseerde onco-diëtist kan je helpen bij een voedingsplan op jouw maat.
Laat je overtuigen door deze voordelen van de juiste voeding en eetgewoonten:
Je merkt soms al voor de diagnose dat je eetlust is afgenomen. En ook tijdens de behandeling kan eten lastig zijn. Zo loop je het gevaar op ‘ondervoeding’, een tekort aan voedingsstoffen. Ongewild veel afvallen is daarvan een belangrijk symptoom, maar dat hoeft niet zo te zijn. Ook met een normaal gewicht of zelfs met overgewicht kan je aan ondervoeding lijden.
Ondervoeding verzwakt je, terwijl je net al je energie en kracht nodig hebt in de strijd tegen kanker. Als je de precieze oorzaak van je verminderde eetlust kent, is het makkelijker om je eetgewoonten daarop af te stemmen en ondervoeding te vermijden. Vooral voldoende energie en eiwitten binnenkrijgen is cruciaal. Een gespecialiseerde onco-diëtist kan je helpen bij een voedingsplan op jouw maat.
De ziekte zelf kan leiden tot een verminderde eetlust:
Ook externe factoren kunnen je eetlust afremmen als gevolg van:
Ongewild veel afvallen door een kanker(behandeling) komt vaak, maar niet altijd voor en kan wijzen op ondervoeding. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘omkeerbaar gewichtsverlies’ en ‘onomkeerbaar gewichtsverlies’. Dat laatste is het belangrijkste symptoom van cachexie.
Omkeerbaar gewichtsverlies is tijdelijk. Zo kan een tumor het eten bemoeilijken of kan de bestraling van de slokdarm het slikken lastig maken. Bestraling van de darmen kan tot diarree leiden, chemotherapie kan misselijkheid en braken veroorzaken. Als die klachten of bijwerkingen worden aangepakt, in overleg met je arts of onco-diëtist, kan je op termijn weer aan gewicht winnen en ondervoeding tegengaan.
Cachexie is een vorm van onomkeerbare, extreme magerte in de terminale fase van kanker of een andere chronische aandoening. Het komt vooral voor bij mensen met longkanker, slokdarmkanker, maagkanker, darmkanker en alvleesklierkanker.
Het allerbelangrijkste tijdens je kankerbehandeling is je gebruikelijke eetpatroon aanhouden, ook al at je ongezond. Gewichtsverlies vermijden en genoeg calorieën en eiwitten binnenkrijgen is prioriteit nummer één. Dat je die uit minder gezonde voeding haalt, is in deze fase van je ziekteproces van ondergeschikt belang.
Met deze tips kom je een heel eind tijdens je kankerbehandeling:
Pas je die tips toe en blijf je toch afvallen? Dan kan ‘bijvoeding’ een oplossing zijn. Je haalt die bij de apotheek of laat die bezorgen via een thuiszorgbedrijf. Let wel: gebruik bijvoeding alleen na overleg met je behandelend arts of een onco-diëtist. Lees er meer over bij ‘Wat is bijvoeding, hoe en wanneer gebruik je die en hoe houd je vol?’
Natuurlijk is gezonde voeding aan te bevelen, maar alleen als je daar de mentale ruimte voor hebt. Voldoende water drinken (1 tot 1,5 liter per dag) en een dagelijkse portie groente, fruit en volkoren producten eten, maken daar deel van uit. Als dat al je vaste eetpatroon was, hou het dan vooral zo. At je ongezond, maar wil je nu graag gezonder gaan leven? Dat is natuurlijk een goed plan, op voorwaarde dat je het met volle overgave doet, niet met tegenzin. Een gewoonte veranderen vraagt immers om een lang volgehouden inspanning, terwijl een kankerbehandeling zo al genoeg energie van je vraagt.
Van sommige bijwerkingen van een kankerbehandeling blijf je tijdelijk of voorgoed hinder ondervinden bij het eten:
Vraag je behandelend arts of onco-diëtist naar tips voor jouw kankertype en de specifieke behandeling die je onderging. De wetenschappelijke kennis over voeding en kanker vordert in die mate dat tips op maat mogelijk worden.
De preventietips rond kanker en voeding helpen ook om de terugkeer van de oorspronkelijke kanker (= herval), het ontstaan van een nieuwe kanker (= recidief) of het ontstaan van een andere chronische aandoening te beperken. At je ongezond voor je kanker kreeg? Dan vind je na je kankerbehandeling misschien wel de motivatie om het anders aan te pakken.
Algemene richtlijnen zijn:
Meer weten? Uitgebreide uitleg bij elke richtlijn lees je bij het preventieluik ‘Eet gezond’.
Mensen met kanker hebben speciale voedingsnoden en -wensen, zowel tijdens als na een behandeling. Stichting tegen Kanker verzamelde daarom 32 rijkelijk gezonde, gevarieerde en aantrekkelijke recepten in haar brochure Energie- en eiwitrijke recepten. Je vindt er recepten voor verrijkte maaltijden, recepten die geschikt zijn als je smaak- en geurzin is veranderd of als je maagdarmklachten ervaart. De brochure is ook geschikt voor wie een vegetarisch, glutenvrij of lactosevrij dieet volgt.
Klaar om te kokkerellen? Download de brochure Energie- en eiwitrijke recepten.
Stichting tegen Kanker raadt aan om de nodige voedingsstoffen uit je voeding te halen en voedingssupplementen alleen op medisch advies te gebruiken.
Voedingssupplementen bestaan in verschillende vormen (kauw-, smelt-, slik- of bruistabletten, gummetjes, capsules, poeders, vloeistof …). Ze bevatten voedingsstoffen als vitaminen en mineralen of bioactieve stoffen (meestal op basis van kruiden- en plantenextracten, al kunnen ze ook van dierlijke of chemische oorsprong zijn).
Meer dan de helft van de mensen met kanker neemt voedingssupplementen, blijkt uit onderzoek. Dat doen ze in de hoop dat dat hun overlevingskansen doet toenemen. Supplementen helpen echter nooit kanker te genezen. In sommige gevallen kunnen ze wel de gevolgen van kanker of de bijwerking van een kankerbehandeling verlichten.
Voedingssupplementen hebben echter belangrijke nadelen:
Gebruik voedingssupplementen daarom op een veilige manier. Neem ze nooit op eigen houtje, maar pas nadat je advies van je behandelend arts hebt ingewonnen.
Heb je graag betrouwbare info over de meest voorkomende voedingssupplementen en hun positieve of negatieve gevolgen voor bepaalde behandelingen tegen kanker? Raadpleeg dan de ‘Wegwijzer voedingssupplementen’. Let wel: de infofiches zijn louter informatief. Ze zijn er enkel voor persoonlijk gebruik en vervangen geen medische consultatie. Verspreid ze nooit zonder Stichting tegen Kanker als bron te vermelden.
Bijvoeding is een aanvulling op je dagelijkse voeding. Bij ernstig verminderde eetlust, extreem gewichtsverlies en/of ondervoeding kan bijvoeding je normale dagelijkse voeding zelfs volledig vervangen. Ze bevat al dan niet vezels en levert extra calorieën, eiwitten, vitamines of mineralen. Neem ze alleen op medisch advies!
Bijvoeding is verkrijgbaar bij de apotheek of thuiszorgbedrijf en bestaat in poedervorm of in vloeibare vorm. Je voegt bijvoeding in een eerste fase toe aan je eten. Volstaat dat niet om gewichtsverlies te compenseren, dan drink je de bijvoeding als kant-en-klaar drankje (= drinkvoeding) of je krijgt ze, in een laatste fase, toegediend via een sonde. Je behandelend arts of onco-diëtist helpen je de keuze te maken.
Tips voor het gebruik van drinkvoeding zijn:
Bijvoeding in de vorm van drinkvoeding is geen pretje. Ongeveer 60 procent van de mensen met kanker stopt ermee voor ze hun streefgewicht bereikt hebben. Nochtans bouw je bijvoeding best pas geleidelijk af als je opnieuw op je gewicht van voor je ziekte staat.
Lust je je drinkvoeding niet en dreig je ermee op te houden? Deze tips kunnen helpen:
Helpen deze tips je niet verder? Stop niet stiekem, maar meld het aan je arts of onco-diëtist. Die kan bekijken of sondevoeding een goed alternatief is. Het is immers belangrijk dat je gewicht stabiel blijft en dat je niet afvalt.
Is je eetlust verminderd en val je ongewild af? Ervaar je spijsverteringsklachten? Of zijn je smaak- en geurzin veranderd en heb je andere eetvoorkeuren? Een individuele raadpleging bij een onco-diëtist kan je helpen om je normale eetgewoonten aan te houden tijdens of na kanker. Ook deelnemen aan een lezing of kookworkshop behoort tot de mogelijkheden.
Een onco-diëtist in je buurt vind je makkelijk via de VBVD (Vlaamse Beroepsvereniging Van Diëtisten). Klik ‘Vind een diëtist’, vul je gemeente in en duid bij specialisatie ‘oncologie’ aan.
Als je kanker hebt, stel je je vast heel wat vragen over de juiste voeding. Je omgeving, de klassieke en online media: ze geven vaak tegenstrijdige info. Op basis van wetenschappelijke inzichten onderscheidt Stichting tegen Kanker feiten van fabels. Je herkent vast volgende uitspraken over kanker en voeding, maar weet je ook of ze waar zijn?
Dat klopt! Drink geen alcohol:
Niet noodzakelijk! Het is wetenschappelijk bewezen dat een gezonde, evenwichtige voeding beschermt tegen kanker. Ook het risico op de terugkeer van de ziekte (recidief dan wel herval) neemt af bij ex-kankerpatiënten die gezond eten.
Tijdens je kankerbehandeling echter is je gebruikelijke eetpatroon aanhouden prioritair, ook al at je ongezond. Ondervoeding vermijden en genoeg calorieën en eiwitten binnenkrijgen is dan namelijk het allerbelangrijkste. Dat je die uit minder gezonde voeding haalt, is in deze fase van je ziekteproces van ondergeschikt belang.
Niet noodzakelijk! Het allerbelangrijkste tijdens je kankerbehandeling is ondervoeding vermijden en genoeg calorieën en eiwitten binnenkrijgen. In deze fase van je ziekteproces is vermageren niet aangeraden. Wacht best tot na je behandeling met je vermageringsdieet.
Heb je overgewicht en wil je toch op vermageringsdieet tijdens je behandeling? Dat mag alleen op advies van je arts en op voorwaarde dat de kanker(behandeling) geen gewichtsverlies veroorzaakt. Vermager niet meer dan 1 kg per week.
Er geldt wel een uitzondering voor mensen met overgewicht die borstkanker hebben. Overgewicht betekent in hun geval een hoger risico op de terugkeer van borstkanker (= herval) of het ontstaan van een nieuwe kanker (= recidief), namelijk baarmoederslijmvlies-, dikkedarm- of endeldarmkanker.
Dat is theoretisch mogelijk. Pompelmoes kan ‘in interactie gaan’ met sommige medicijnen. Meestal gaat het om een ‘versterking’. Dat klinkt misschien positief, maar dat is het niet. De vrucht bevat een chemische stof die je stofwisseling beïnvloedt. Daardoor kan een geneesmiddel trager afbreken dan voorzien. Op zijn beurt kan dat voor ernstiger bijwerkingen zorgen.
Bij bijvoorbeeld bepaalde geneesmiddelen tegen allergieën, geneesmiddelen tegen hart- en vaatziekten en immuniteitsonderdrukkende medicijnen is dat het geval. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Over een mogelijk negatief effect van pompelmoes op chemo- en hormoontherapie bestaan wel labostudies (zonder en met dieren), maar te weinig klinische studies bij mensen.
Toch kan het in theorie. Neem daarom zeker geen voedingssupplementen op basis van pompelmoesextract. Eet je graag een pompelmoes of een verwante vrucht als een pomelo? Check dan de bijsluiter van je medicijnen of vraag je arts of apotheker om advies.
Voor sinaasappels, mandarijnen en citroenen lijkt er geen probleem.
Niet waar! Sojaproducten eten verhoogt het risico op borstkanker niet. Ook tijdens of na borstkanker mag je gerust tofu of tempeh eten, misobouillon maken of een sojadessertje eten. Heb je hormoonreceptor-negatieve borstkanker of kreeg je borstkanker na de menopauze? Dan verlaagt de kans op een nieuwe borstkanker (= recidief) en kan je ziekteverloop verbeteren.
Kortom: soja die je via je voeding binnenkrijgt, vormt geen enkel gevaar. Voedingssupplementen met soja daarentegen kunnen het risico op hormoongevoelige borstkanker verhogen. Het gebruik van sojasupplementen is daarom wel afgeraden.
Dat is onvoldoende bewezen. Meer dan gezonde cellen voeden kankercellen zich met suiker. In theorie zou minder suiker innemen de tumorgroei kunnen vertragen. De meerderheid aan onderzoeken hierover beperkt zich echter tot dieren. Er zijn meer klinische studies bij mensen nodig.
Experimenteer dus niet op eigen houtje. Te weinig suiker innemen tijdens (een behandeling tegen) kanker kan leiden tot ondervoeding. En van ondervoeding is wel al wetenschappelijk bewezen dat ze de levenskwaliteit vermindert, een behandeling kan tegenwerken of de bijwerkingen van een behandeling kan doen toenemen.
Niet noodzakelijk! Gezond en evenwichtig eten zorgt ervoor dat je je weerstand en conditie op peil houdt. Je lichaam kan de bijwerkingen van een kankerbehandeling daardoor beter aan. Voldoende water drinken (1 tot 1,5 liter per dag) en een dagelijkse portie groente, fruit en volkoren producten eten, maken daar deel van uit. Van, vaak dure, superfoods als chiazaad, spirulinapoeder en gojibessen die je in de supermarkt of speciaalzaken vindt, is niet aangetoond dat ze een betere invloed hebben op de bijwerkingen dan ‘normale’ gezonde voeding.
Niet waar! Gezond en evenwichtig eten zorgt ervoor dat je je weerstand en conditie op peil houdt. Je lichaam kan de bijwerkingen van een kankerbehandeling daardoor beter aan. Voldoende water drinken (1 tot 1,5 liter per dag) en een dagelijkse portie groente, fruit en volkoren producten eten, maken daar deel van uit. Van, vaak duurdere, biologische voeding is niet aangetoond dat die een betere invloed heeft op de bijwerkingen dan niet-biologische voeding. Los daarvan blijven producten met een biolabel een mooi gebaar naar de planeet.
Niet waar! Voedingssupplementen helpen nooit kanker te genezen. In sommige gevallen kunnen ze wel de gevolgen van kanker of de bijwerking van een kankerbehandeling verlichten. In andere gevallen hebben ze belangrijke nadelen. Zo kunnen ze de werking van je behandeling tegengaan of de bijwerken ervan versterken.
Dat is onvoldoende bewezen. Verschillende studies gaan het verband tussen vasten en kanker na. Ze onderzoeken of vasten kankerbehandelingen positief beïnvloedt, de bijwerkingen van de behandelingen vermindert en ook de tumorgroei zelf doet afnemen. Sommige resultaten zijn veelbelovend, vooral bij periodiek vasten (intermittent fasting). Bij intermittent fasting gaat het om wanneer je eet, niet om wat je eet. Je wisselt periodes van vasten af met periodes van eten. De tijdspanne waarin je vast is als altijd langer dan de periodes waarbinnen je mag eten. Het populairst is het 16/8-schema: 16 uur lang moet je vasten, binnen een periode van 8 uur mag je eten.
De meerderheid aan onderzoeken hierover beperkt zich echter tot labo-onderzoeken (met tumoren in kweekschaaltjes) of tests op (labo)dieren. Er zijn meer klinische studies bij mensen nodig. Experimenteer dus niet op eigen houtje. Te weinig calorieën binnenkrijgen tijdens (een behandeling tegen) kanker kan leiden tot ondervoeding. En van ondervoeding is wel al wetenschappelijk bewezen dat ze de levenskwaliteit vermindert, een behandeling kan tegenwerken of de bijwerkingen van een behandeling kan doen toenemen.
Misschien, maar…! Omega 3-vetzuren behoren tot de onverzadigde vetten, in de volksmond ook wel de ‘goede’ vetten genoemd. Je vindt ze vooral in (vette) vis, onder meer botervis, haring, heilbot, makreel en zalm. Omega 3-vetzuren worden daarom ook wel ‘visvetten’ genoemd.
Sommige omega 3-vetzuren, namelijk EPA (eicosapentaeenzuur) en DHA (docosahexaeenzuur). zouden een ontstekingsremmend effect hebben en zo een invloed kunnen hebben op (extreem) ongewenst gewichtsverlies (cachexie) bij kanker. Cachexie is immers het resultaat van een complexe pseudo-ontstekingsreactie van je lichaam op de tumor. Alleen wordt dat effect niet door alle studies bevestigd.
De nodige omega 3-vetzuren alleen uit vis halen, is niet mogelijk. Je zou er zoveel van moeten eten dat je te veel schadelijke stoffen (als kwik, dioxines en PFAS) zou binnen krijgen. Bovendien zou je weinig evenwichtig eten. Daarom grijpen mensen terug naar visolie-supplementen met EPA en DHA. Studies tonen bij inname daarvan minder gewichtsverlies en soms ook een verbeterde levenskwaliteit aan.
Er is een helaas een ‘maar’. Er zijn aanwijzingen dat een bestanddeel van die visoliesupplementen kankercellen ongevoelig zou maken voor chemotherapie. Ook de consumptie van vette vis, vooral haring en makreel lijkt dat effect te hebben. Eet daarom geen vette vis of neem geen visoliesupplementen tijdens de dagen van je chemotherapie. Ook 24 uur voor en na de therapie vermijd je ze. Wie EPA- en DHA-supplementen wil innemen buiten die ‘verboden’ periode, wordt 2 tot 6 gr per dag aangeraden.