Soorten longkanker en anatomie

Soorten longkanker en anatomie

Men kan twee soorten longkanker onderscheiden: Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) en Kleincellig longcarnicoom (SCLC).

Soorten longkanker

Men kan twee vormen van longkanker onderscheiden:

  1. Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) is verantwoordelijk voor ongeveer 85% van de gevallen van longkanker.

Deze kanker kan worden onderverdeeld in verschillende types:

    • bronchiaal adenocarcinoom ontstaat in de kliercellen, vaak in de omgeving van de longen
    • plaveiselcelcarcinoom ontwikkelt zich meestal in de grote centrale bronchi
    • grootcellig carcinoom kan in elk deel van de longen ontstaan
  1. Kleincellig longcarnicoom (SCLC) wordt vastgesteld bij ongeveer 15% van de longkankerpatiënten. De kanker ontwikkelt zich in de neuro-endocriene cellen van de longen.

Beide kankertypes verschillen wat hun verloop en behandelingsrespons betreft.

De soort behandeling hangt af van het type longkanker, evenals van welke moleculaire afwijkingen in de kankercellen worden vastgesteld en van het stadium waarin de kanker zich bevindt.

Anatomie van de longen

De longen vormen een essentieel onderdeel van het ademhalingssysteem. Ze bevinden zich in de thorax of borstkas, aan weerszijden van het hart, en zijn omgeven door het borstvlies.

Bij de ademhaling spelen de longen een cruciale rol. Ze zorgen ervoor dat zuurstof uit de ingeademde lucht wordt opgenomen in het bloed, zodat het naar alle lichaamscellen kan worden vervoerd. Tegelijkertijd maken ze de afvoer mogelijk van koolstofdioxide (COâ‚‚), een afvalproduct van de celstofwisseling.

De lucht die we inademen, stroomt via de neus- of mondholte naar de luchtpijp, en vervolgens naar de bronchiën of luchtpijpvertakkingen. Deze splitsen zich verder in fijnere buisjes, de bronchiolen, die uitmonden in miljoenen longblaasjes (alveolen). In deze longblaasjes vindt de gasuitwisseling plaats: zuurstof wordt opgenomen in het bloed, terwijl CO₂ wordt afgegeven aan de uitgeademde lucht. Dit proces is van levensbelang voor het goed functioneren van het lichaam.