Lymfoom of lymfeklierkanker is kanker die zich ontwikkelt in een netwerk dat het lymfevatenstelsel wordt genoemd. De ziekte ontstaat wanneer lymfocyten zich ongecontroleerd gaan vermenigvuldigen en een tumor vormen. Lymfocyten maken deel uit van ons immuunsysteem en zijn een bepaalde soort witte bloedcellen die een belangrijke rol spelen bij de bestrijding van ziekteverwekkers en de productie van afweerstoffen. Er zijn verschillende categorieën lymfocyten.
Lymfocyten zijn opgeslagen in het lymfevatenstelsel, en dan vooral in de lymfeklieren. Omdat lymfeklieren in de meeste delen van het lichaam voorkomen, kan lymfoom zich vrijwel overal manifesteren en zich naar elk orgaan verspreiden. De kanker ontstaat vaak in de lymfeklieren, de lever, milt of het beenmerg. In andere organen zoals maag, darmen, huid, schildklier en hersenen kan zich ook lymfoom manifesteren. Deze organen kunnen eveneens door lymfeklierkankercellen worden gekoloniseerd.
Er zijn veel soorten lymfeklierkankers, afhankelijk van het type cel dat de ziekte veroorzaakt. Om te bepalen welke de beste behandeling is, moet de oncoloog weten om welk type en subtype lymfoom het gaat.
Lymfeklierkanker wordt ingedeeld in twee hoofdcategorieën:
Hier zullen we ons concentreren op het non-hodgkinlymfoom.
Meer weten:
Hoewel de exacte oorzaak van non-hodgkinlymfoom niet bekend is, kan men verschillende risicofactoren onderscheiden:
Er zijn geen specifieke preventiemaatregelen voor non-hodgkinlymfoom (NHL). Maar enkele maatregelen kunnen het risico op deze kanker wel verkleinen, met name door het risico op bepaalde infecties te beperken en door zoveel mogelijk te doen wat het behoud van een goed functionerend immuunsysteem bevordert.
Hiv-besmetting, waardoor je aids kan krijgen, verhoogt het risico op non-hodgkinlymfoom. Om dat risico te beperken en jezelf tegen het HIV-virus te beschermen vermijd je best onbeschermde seks en de intraveneuze toediening van drugs. Gebruik condooms.
Infecties door de bacterie Helicobacter pylori (H. pylori) worden in verband gebracht met bepaalde maaglymfomen. Er bestaan antibiotica op deze infectie te bestrijden.
Sommige onderzoeken suggereren dat overgewicht het risico op non-hodgkinlymfoom verhoogt, maar dit verband moet nog worden bevestigd.
Een gezond gewicht, lichaamsbeweging en een gevarieerd, evenwichtig voedingspatroon vergroten de kans op een lang en gezond leven. Ook al is het geen absolute garantie dat je nooit kanker – hetzij lymfoom hetzij een andere soort kanker – zult krijgen, een gezonde levensstijl draagt wel bij tot het behoud van een efficiënt immuunsysteem.
Het eerste symptoom van non-hodgkinlymfoom is vaak een duidelijk voelbare zwelling van een lymfeklier of meerdere lymfeklieren in de nek, oksel of lies. Meestal zijn deze zwellingen pijnloos.
Er kunnen nog andere, minder specifieke, symptomen optreden:
Non-hodgkinlymfoom dat zich ontwikkelt vanuit een ander orgaan dan het lymfeweefsel, gaat gepaard met symptomen die verband houden met schade of toename van het volume van het betreffende orgaan. Deze symptomen kunnen sterk lijken op die van, bijvoorbeeld, een maagzweer of een darmtumor.
Let wel, dergelijke symptomen zijn niet specifiek voor non-hodgkinlymfoom. Ze kunnen een teken zijn van andere, vaak goedaardige, gezondheidsproblemen. Als je een of meer van deze symptomen opmerkt, raadpleeg dan je arts.
Non-hodgkinlymfoom wordt niet systematisch gescreend bij de algemene bevolking.
Zijn er afwijkingen of symptomen, dan kan je arts diagnostische tests voorschrijven, bijvoorbeeld een bloedonderzoek of medische beeldvorming.
Als deze onderzoeken de aanwezigheid van kanker bevestigen, volgt een aanvullend onderzoek om de exacte aard en omvang van de ziekte te bepalen. Deze informatie is essentieel om voor de best mogelijke behandeling te kunnen kiezen.
Meer weten over diagnostische tests met betrekking tot non-hodgkinlymfoom:
Een gespecialiseerd multidisciplinair medisch team bepaalt voor elke patiënt welke de best mogelijke behandeling is. De keuze hiervan hangt af van het kankertype en het stadium waarin de ziekte zich bevindt, maar ook van de algemene gezondheidstoestand van de patiënt en, voor zover mogelijk, van zijn of haar voorkeur.
De keuze van de behandeling hangt voornamelijk af van het type non-hodgkinlymfoom, de specifieke afwijkingen die door moleculaire tests aan het licht komen, de grootte van de aangetaste lymfeklieren, hun locatie, de mogelijke verspreiding van de kankercellen naar andere organen en ten slotte van algemene parameters, zoals leeftijd en algemene gezondheidstoestand van de patiënt.
Bij sommige mensen met indolent of zich langzaam ontwikkelend lymfoom kan het voldoende zijn dat ze regelmatig op controle gaan. Afhankelijk van hoe de kanker vordert, wordt eventueel later een behandeling opgestart.
Momenteel behandelt men non-hodgkinlymfoom (NHL) voornamelijk met een combinatie van medicijnen die kankercellen bestrijden, bijvoorbeeld chemotherapie, immuuntherapie en doelgerichte therapieën. Deze behandelwijzen kunnen worden aangevuld met radiotherapie. In bepaalde gevallen kan men beslissen om een stamceltransplantatie uit te voeren.
De voornaamste behandelingen:
Tijdens alle stadia van de behandeling en bij het streven naar een blijvend herstel staat de levenskwaliteit van de patiënt op de lange termijn voorop.
Dat geldt ook op de korte en middellange termijn zodra de ziekte chronisch wordt. In het stadium van de palliatieve zorg, wanneer de ziekte niet meer onder controle te krijgen is, heeft levenskwaliteit absolute prioriteit.
In al deze gevallen zet het medisch team al zijn knowhow in om de levenskwaliteit zo goed mogelijk te bewaken.
Het doel van elke behandeling is om kankercellen te vernietigen. Helaas kunnen hierbij ook gezonde cellen worden beschadigd en bijwerkingen worden veroorzaakt. Deze bijwerkingen kunnen sterk van elkaar verschillen, afhankelijk van de behandeling en de patiënt.
In elk geval is het aangeraden om je arts te vragen aan welke nevenwerkingen je je kan verwachten en waar je op moet letten.
Meer weten over nevenwerkingen van kankerbehandelingen.
De oncologisch zorgcoördinator is een verpleegkundige, gespecialiseerd in kanker, die zorgt voor de praktische uitvoering van de door het multidisciplinair team voorgeschreven behandeling en die de patiënt de hele duur van zijn of haar zorgtraject in het ziekenhuis begeleidt.
Tijdens je behandeling is de oncologisch zorgcoördinator je belangrijkste aanspreekpunt. Hij of zij maakt integraal deel uit van je zorgteam, woont al je consultaties bij en coördineert al je afspraken. Je zorgcoördinator is makkelijk bereikbaar, telefonisch of via e-mail, om je vragen te beantwoorden.
Na de behandeling is het van belang dat je gezondheidstoestand wordt opgevolgd. Je krijgt een persoonlijk schema van consultaties en aanvullende onderzoeken (bloedonderzoek, beeldvorming…). Die gebeuren in het begin op regelmatige basis, maar vervolgens geleidelijk minder frequent. Als er tussen twee controles nieuwe aandoeningen of symptomen optreden, is het aangeraden zo snel mogelijk je arts op de hoogte te brengen.
Remissie betekent een vermindering of volledige verdwijning van tekens die wijzen op de aanwezigheid van kanker. Als alle symptomen zijn verdwenen, is er sprake van volledige remissie. Dat betekent niet noodzakelijk dat de aandoening volledig en permanent voorbij is. Mogelijk hebben sommige kankercellen het overleefd en zijn ze te klein om te worden gedetecteerd. Maar ze kunnen wel het begin zijn van een toekomstige herval. Pas als er nog een extra periode is overbrugd, waarbij medische onderzoeken geen enkele afwijking of kankercel meer kunnen detecteren, is er sprake van genezing. De duur van deze periode hangt af van het kankertype.
Gemiddeld duurt het vijf jaar voor een kankerpatiënt die geen behandeling meer nodig heeft, genezen wordt verklaard. Maar voor sommige kankertypes kan dat al vroeger gebeuren, terwijl er in zeldzame gevallen na vijf jaar toch nog herval mogelijk is. De algemene regel is dat hoe langer een remissie duurt, hoe groter de kans wordt op blijvende genezing.
Non-hodgkinlymfoom is de 9e meest voorkomende kanker in België .
In 2021, zijn 698 personen overleden ten gevolge van deze kanker in België.
Deze cijfers zijn gemiddelden. De individuele prognose hangt af van het stadium waarin de ziekte zich bevindt bij diagnose.