Er zijn verschillende soorten borstkanker. Om de meest geschikte behandeling te kunnen kiezen, is het nodig om nauwkeurig het type borstkanker, de mate van de uitzaaiingen en het min of meer agressieve karakter van de kanker te bepalen.
De soorten borstkanker zijn ingedeeld volgens verschillende criteria:
Ductaal carcinoma in situ (DCIS) is een niet-invasief voorstadium van borstkanker, dat ontstaat in de cellen van een melkgang. Kwaadaardige cellen vermenigvuldigen zich binnen de celwand, zonder zich te verspreiden in het omliggende borstweefsel. In veel gevallen is er geen knobbeltje aanwezig. Is er sprake van DCIS, dan kunnen de kwaadaardige cellen zich ook niet verspreiden naar andere plaatsen in het lichaam en zijn er dus geen uitzaaiingen mogelijk. Uit DCIS kan wel een invasieve tumor ontstaan, die omliggende weefsels en organen binnendringt.
Invasief ductaal carcinoom (IDC) ontwikkelt en verspreidt zich in een melkgang van de borst, met infiltratie van kankercellen in omliggend borstweefsel. Er bestaat een risico op uitzaaiingen in lymfeklieren, bloedvaten en andere delen van het lichaam. De gezwellen kunnen groot worden en aanvoelen als een harde knobbel. IDC is wereldwijd de meest voorkomende borstkanker: in 75% van de gevallen van borstkanker gaat het om dit type.
Lobulair carcinoma in situ (LCIS) is een niet-invasief voorstadium van borstkanker, dat ontstaat in de cellen van een melkklier. Kwaardaardige cellen vermenigvuldigen zich binnen de celwand, zonder omliggende weefsels binnen te dringen. Meerdere melkklieren in een of beide borsten kunnen tegelijkertijd worden aangetast. LCIS verhoogt het risico op de ontwikkeling van invasieve borstkanker. Vrouwen met LCIS hebben baat bij specifieke monitoring.
Invasief lobulair carcinoom (ILC) begint in de cellen van een melkklier en verspreidt zich vervolgens in omliggend borstweefsel. Er bestaat een risico op uitzaaiingen naar lymfeklieren, bloedvaten en andere delen van het lichaam. ILC is met 10 à 15% van de diagnoses de op een na meest voorkomende vorm van borstkanker. Dit type wordt vooral bij vrouwen tussen 45 en 55 jaar vastgesteld.
Inflammatoir borstcarnicoom (IBC) ontstaat wanneer kankercellen de lymfevaten in de huid van de borst blokkeren, waardoor de lymfevaten ontsteken en het borstweefsel hard wordt. Aan de buitenkant wordt de borst rood, roze of paars en gaat ze er ontstoken uitzien. IBC is een zeldzame, maar bijzonder agressieve vorm van borstkanker. De diagnose wordt bij ongeveer 1 op de 100 borstkankerpatiënten gesteld. De gemiddelde leeftijd waarop IBC ontstaat is 58 jaar. Deze kanker groeit veel sneller dan andere borstkankers (soms op enkele weken tijd) en er ontstaan ook sneller uitzaaiingen dan bij andere vormen van borstkanker. Daarom wordt IBC vaak pas in een vergevorderd stadium ontdekt. Op het moment van de diagnose zijn er gewoonlijk al uitzaaiingen naar de lymfeklieren. De kans op overleving van vrouwen met deze kanker is minder groot dan bij andere borstkankerpatiënten.
Bij ongeveer 10% van de borstkankers gaat het om triple-negatieve borstkanker. Dit type komt vaker voor bij vrouwen die jonger zijn dan 50 jaar. Het is een agressieve vorm van borstkanker: de tumor groeit doorgaans snel en zaait ook sneller uit dan bij andere vormen van borstkanker. Het risico op herval bij deze kanker is hoger dan gemiddeld.
Om de diagnose te stellen wordt de buitenkant van de kankercellen geanalyseerd. Er is sprake van triple-negatieve kanker als drie soorten receptoren op deze cellen niet vaker voorkomen dan op gezonde borstcellen:
Oestrogeen en progesteron zijn vrouwelijke hormonen, HER2 is een eiwit dat de groei en deling van normale borstcellen regelt, maar ook de groei van tumoren bij andere kankers stimuleert.
Om in aanmerking te komen voor hormoontherapie of doelgerichte therapie moeten de drie voornoemde receptoren op de kankercellen meer dan gemiddeld voorkomen. Door deze receptoren te blokkeren wordt de vermenigvuldiging van de kankercellen verstoord.
Kankercellen van triple-negatieve borstkanker hebben geen groter aantal receptoren dan normaal. Daarom groeit de tumor niet onder invloed van oestrogeen of progesteron, terwijl het gezwel ook niet HER2-positief is. Bij deze kanker wordt hormoontherapie noch doelgerichte therapie met HER2-remmers toegepast.
De borst of borstklier bevat melkklieren, vetweefsel, bindweefsel, bloedvaten en lymfevaten. Een melkklier bestaat uit melklobjes met melkproducerende cellen. Elke melkklier heeft een melkkanaal, dat uitmondt in de tepel.