De arts observeert en bevoelt beide borsten om afwijkingen op te sporen. Hij onderzoekt ze op de mogelijke aanwezigheid van knobbeltjes en controleert de consistentie van het borstweefsel.
Bij een mammografie worden röntgenfoto’s van beide borsten gemaakt waarop mogelijke tumoren zichtbaar worden.
Echografie kan als aanvulling van mammografie worden uitgevoerd, maar ook direct bij vrouwen met een dicht borstweefsel.
De arts kan twee soorten punctie uitvoeren:
Als de diagnostische tests de aanwezigheid van kanker bevestigen, worden nieuwe onderzoeken uitgevoerd om de eventuele uitbreiding van de borsttumor vast te stellen. Hierbij wordt de omvang van het gezwel onderzocht om mogelijke metastasen of secundaire tumoren op te sporen in lymfeklieren, bloedvaten of organen. De resultaten van het vervolgonderzoek zijn van belang voor de keuze van behandeling.
De meest voorkomende diagnostische tests:
Er worden ook specifieke tests uitgevoerd met betrekking tot de aan- of afwezigheid van hormoon- en HER2-receptoren, zodat kan worden beslist of hormoontherapie en/of doelgerichte therapie met HER2-remmers al dan niet moet worden toegepast.
Met een genetische test zoals Mammaprint kan worden bepaald in welke mate een tumor agressief is en er een risico op uitzaaiingen bestaat. Dergelijke test wordt Gene Expression Profiling (GEP) genoemd en maakt onderscheid tussen patiënten met een laag en hoog genetisch risico op herval. Bij eerstgenoemde groep is chemotherapie niet nodig.