Blaaskankertypes en anatomie van de blaas

Blaaskankertypes en anatomie van de blaas

Ontdek de verschillende blaaskankertypes en de anatomie van de blaas. Leer meer over deze belangrijke aspecten van blaaskanker.

Blaaskankertypes

Bij ongeveer 75 % van de patiënten is blaaskanker niet-spierinvasief of oppervlakkig. Dat betekent dat de tumor zich beperkt tot het slijmvlies of het slijmvlies en de bindweefsellaag, zonder doorgroei in de spierlaag van de blaaswand. Deze vorm van kanker heeft doorgaans een gunstiger prognose dan spierinvasieve tumoren, maar vereist wel regelmatige opvolging vanwege het risico op terugkeer.

De urinewegen – waaronder de plasbuis, blaas, urineleiders en het nierbekken – zijn bekleed met een slijmvlieslaag die urotheel wordt genoemd. Wanneer dit urotheel kwaadaardig ontaardt, spreekt men van een urotheelcarcinoom. Bij ongeveer 95 % van de patiënten ontstaat dit type tumor in de urineblaas, en wordt het dus als blaaskanker beschouwd. Urotheelcarcinomen kunnen echter ook elders in de urinewegen voorkomen, wat een bredere diagnostische en therapeutische aanpak vereist.

Anatomie van de urineblaas

De urineblaas behoort tot het urinestelsel. Ze verzamelt de urine die de nieren uit het bloed filtreren.


Urine komt in de blaas via twee buizen die urineleiders worden genoemd. Daar wordt ze tijdelijk opgeslagen voordat ze via de urinebuis wordt afgevoerd. De urineleiders, de blaas en de urinebuis zijn bekleed met een gespecialiseerde slijmvlieslaag, het urotheel of urine-epitheel genoemd. Deze laag beschermt de onderliggende weefsels tegen potentieel schadelijke stoffen in de urine en speelt een essentiële rol in de afweer tegen infecties.