De behandeling tegen kanker heeft vervelende gevolgen voor je
huid, je handen, je voeten en je nagels.
Tips
Wapen je huid tegen die negatieve invloed:
Je huid wordt droger. Hydrateer ze met een
ongeparfumeerde, alcoholvrije bodymilk of olie. Was je met een
doucheolie of doe olie in je badwater. Stel je douchekop zo in dat
de waterstralen op hun zachtst staan. Gebruik geen parfum. Een
deospray zonder alcohol of een stick kan geen kwaad.
Je huid wordt overgevoelig. Vermijd
rechtstreeks zonlicht. Gebruik de hoogste beschermingsfactor, bedek
je lichaam volledig en draag een hoofddeksel. Vermijd extreme
warmte en koude. Zelfs een lauwe warmwaterkruik tegen koude voeten
kan kokend heet aanvoelen. Gebruik tot slot een neutraal
wasmiddel.
Je huid jeukt of brandt. Gebruik de producten
die je bij je radiotherapie krijgt. Probeer niet te krabben. De
gevoelige plek ontbloten kan helpen: contact met lucht zorgt voor
verminderde jeuk.
Besteed extra aandacht aan je handen en voeten:
Je handen en voeten hebben het koud. Beweeg
voldoende, wrijf je handen tegen elkaar en wrijf zachtjes over je
voeten. Draag ’s nachts loszittende, katoenen handschoenen en
sokken.
Je handen en voeten drogen uit. Zo ontstaan er
makkelijker kloven en andere wondjes. Behandel ze met een
hypoallergene crème. Vermijd alles wat wrijving veroorzaakt: lang
stappen, tuinieren, afwassen of in je handen klappen
bijvoorbeeld.
Wees voorzichtig als je vinger- of teennagels knipt:
Bij een chemokuur nemen je witte bloedlichaampjes af. Het
risico op bloedingen en infecties neemt toe, terwijl je lichaam die
niet kan gebruiken. Knip je nagels daarom nooit te kort af.
Vijlen doe je met een kartonnen vijltje, niet met eentje van
metaal. Nagelriemen duw je alleen met een wattenstaafje terug.
Kankerinfo is er om je te begeleiden en te antwoorden op al je vragen over kanker.
Wij stellen geen enkele diagnose via de telefoon, wij delen geen namen van dokters mee, wij nemen geen standpunt in over de kwaliteit van een ziekenhuis, een behandeling, een product.
Voor informatie met betrekking tot je persoonlijk medisch dossier blijft je dokter de enige referentiepersoon.