Je seksleven

Je seksleven

Het is belangrijk om naast je ziekte te genieten van het leven waar het kan. Intimiteit en seks maken  daar voor veel mensen deel van uit. Goed nieuws: tenzij de dokter je ander advies geeft, mag je seks hebben als je kanker hebt. Masturberen, vaginale, anale en orale seks: ze staan je behandeling niet in de weg. Ook je kans om beter te worden wordt niet negatief beïnvloed door seks. Enige voorwaarde: vrijen mag geen pijn doen of bloedingen veroorzaken  .

 

Heb je vragen?

Kanker heeft wel een invloed op je seksleven. Je kan jezelf seksueel minder aantrekkelijk vinden. Je durft misschien minder opwinding en plezier toelaten. Je partner kan bang zijn om je pijn te doen tijdens het vrijen. En soms ben je fysiek simpelweg te moe of te ziek. Weet in elk geval: je kan de begrippen ‘intimiteit’ en ‘seks’ (al dan niet samen) heruitvinden en je lichaam herontdekken!

We zetten de belangrijkste vragen op een rijtje.

Ben je niet op de goede plaats?

FAQ

Is vrijen gevaarlijk voor je partner als je kanker hebt, bestraald wordt of een chemokuur volgt?

Kanker is niet besmettelijk. Je kan de ziekte dus niet doorgeven via seks. Als je bestraald wordt, kan je gewoon seks hebben. Alleen bij inwendige bestraling ben je tijdelijk radioactief. Overleg in dat geval met je arts wanneer je weer seks mag hebben. Of je chemokuur ‘overgedragen’ wordt aan je partner via sperma of vaginaal vocht is niet zeker. Wetenschappelijk is er nog weinig over bekend. De meeste artsen geven je de raad om een condoom of beflapje te gebruiken.

Mag ik masturberen?

Net als vrijen met een ander houdt masturberen geen enkel risico in als je kanker hebt. Integendeel, ‘zelfbeminnen’, een combinatie van masturberen en mediteren kan zelfs helpen bij een ziek en gemedicaliseerd lichaam. Daarover gaat het in Aflevering 2 van Seizoen 1, Zelfbeminnen en een gemedicaliseerd lichaam, van De Bespreekkamer. In die Nederlandse podcastreeks praat journaliste Daan Borrel  en vrij over de invloed van seksualiteit en intimiteit bij jonge mensen met kanker.

Hoe zorg ik ervoor dat mijn lijf van mij blijft tijdens de behandeling?

Als AYA krijg je vaak te maken met geneeskundige ingrepen of handelingen in je intieme zones. Dat kan je relatie met die lichaamsdelen grondig verstoren. In Aflevering 2 van Seizoen 2, Medische behandelingen in de intieme zones: hoe blijft je lichaam seksueel?, van De Bespreekkamer gaat het over hoe je tijdens en na die behandelingen van je lichaam kan blijven houden. In die Nederlandse podcastreeks praat journaliste Daan Borrel vrank en vrij over de invloed van seksualiteit en intimiteit bij jonge mensen met kanker.

Aan welke fysieke gevolgen voor mijn seksleven kan ik me verwachten?

Kanker en de behandeling ertegen kunnen een impact hebben op je lichaam. Die lichamelijke gevolgen kunnen op hun beurt van invloed zijn op je seksleven. We zetten de vaakst voorkomende klachten op een rijtje. Let wel: elke situatie is anders! Wil je het juiste advies voor jouw specifieke geval, informeer je dan bij een gespecialiseerd zorgverlener: een behandelend arts, een gynaecoloog of uroloog, een seksuoloog of een kinesist die gespecialiseerd is in het bekkenbodem.
  • Een erectie krijgen kan lastig zijn als (de) kanker(behandeling) de zenuwen en/of bloedvaten in je bekken beschadigd heeft. Of: als je een operatie aan je prostaat, darmen, teelballen, blaas of endeldarm hebt ondergaan. Of nog: als je als gevolg van radiotherapie of hormoontherapie over een lager testosteronniveau beschikt. Ook stress en vermoeidheid eisen hun tol. Wees niet beschaamd om er met je arts over te praten. Tal van andere AYA’s stelden ooit dezelfde vraag!
  • Klaarkomen kan pijnlijk zijn. Door radiotherapie kan je urethra of plasbuis ontstoken raken. Meestal verdwijnt die ontsteking na een paar weken. In afwachting vermijd je seks best even – wellicht heb je er ook weinig zin in.
  • Je kan een droog orgasme hebben: dat betekent dat je niet ejaculeert tijdens het orgasme. Voor sommigen verandert dat niets aan het gevoel, voor anderen voelt het orgasme minder intens. Oorzaak zijn sommige operaties voor teelbal- of prostaatkanker.
  • Je kan een droge vagina hebben. Dat wordt veroorzaakt door een lager oestrogeenniveau, bijvoorbeeld door radiotherapie in je bekkenzone of chemotherapie. Seks kan pijnlijk of ongemakkelijk voelen. Je arts kan je helpen, door bijvoorbeeld een oestrogeengel voor te schrijven. Of je kan in de apotheek naar een glijmiddel op waterbasis.
  • Van bepaalde medicatie, bijvoorbeeld prednison, kan je een verhoogd libido krijgen. Daarover gaat het in Aflevering 4 van Seizoen 1, Praten, praten, Praten, van De Bespreekkamer. In die Nederlandse podcastreeks praat journaliste Daan Borrel vrank en vrij over de invloed van seksualiteit en intimiteit bij jonge mensen met kanker.
  • Een behandeling voor borstkanker haalt je hormoonhuishouding flink overhoop. Wat brengt die veranderde hormoonwerking teweeg voor je seksbeleving? En hoe hervind je seksueel plezier als je opwinding niet meer werkt zoals vroeger? In ‘De herontdekking van haarzelf, een aflevering van de podcast Hormonenachtbaan, komen ervaringsdeskundigen, een oncoloog en een seksuoloog aan het woord.

Hoe praat ik over seks met mijn partner?

Een verandering in je seksleven hoeft niet uit te monden in een probleem. Misschien praat jij er met je partner als vanzelf over. Bij anderen wordt seks een bron van angst. Je weet niet goed wat nog ‘mag’ als jijzelf of je partner chemo krijgt. Uit schaamte of om de ander te sparen begin je niet over bijvoorbeeld een drogere vagina of erectiestoornissen.
  • Je partner vindt een gesprek misschien wel even lastig als jij. Plan een gesprek niet ‘tussen de soep en de patatten’, maar alleen als er genoeg tijd is. Tijdens het vrijen is geen goed moment.
  • Praat vanuit jezelf: “Ik heb het gevoel dat ik niet meer zo aantrekkelijk voor je ben”. Begin dus niet met ‘jij’: “Jij vindt me niet meer aantrekkelijk.” Dat laatste klinkt verwijtend, dat eerste niet.
  • Gebruik NIVEA (Niet Invullen Voor De Ander). Luister en stel vragen: “Bedoel je …?”
  • Zoek samen naar een gulden middenweg. Wat zouden jullie allebei fijn vinden? Wat is er wel nog mogelijk? Als penetreren niet meer lukt, kan je bijvoorbeeld meer inzetten op intimiteit en bijvoorbeeld wel nog samen in bad gaan en elkaar inzepen, elkaar stimuleren met de hand of de mond, masturberen in elkaars nabijheid …
  • Vind je het lastig om het probleem meteen met je partner te bespreken? Leg je oor eerst te luister bij een lotgenoot met ervaring. Wat zeg je beter wel, wat niet? Je kan op verschillende manieren met hen in contact komen:
    • op een workshop, lezing of activiteit voor AYA’s in een inloophuis. Google op ‘inloophuis voor mensen met kanker’ voor een inloophuis in je buurt.
    • via flaya.org, een groep van jonge mensen uit Vlaanderen en Brussel die geconfronteerd werden met kanker en vanuit hun eigen verhaal iets willen terugdoen voor andere jongeren. Stichting tegen Kanker is partner van FLAYA.
    • via Trefpunt Zelfhulpgroep waar je ook lotgenotengroepen voor mensen met kanker vindt, ook jonge mensen.
    • via de AYA-community bij onze noorderburen. (Als je niet meteen zin hebt om te praten, maar wel over ervaringen van anderen wil lezen, dan kan dat ook via deze AYA-blogs uit Nederland.)

Hoe praat je over seks met je dokter?

Zowat iedereen doet ‘het’, maar weinigen houden ervan om open en bloot te praten over intimiteit en seks met zorgverleners. Toch loont het de moeite. Voor pijn bij het vrijen of erectieproblemen bestaat in veel een oplossing. Voel je je minder zeker in je relatie of staan psychische problemen je seksleven in de weg? Dan kan je arts je doorverwijzen naar een psycholoog, seksuoloog of kinesist.
  • Wees niet bang om vóór je behandeling het thema ‘seks’ al aan te kaarten. Peil naar de mogelijke invloed van de behandeling op je seksleven. Vind je het lastig om dat te doen? Spreek dat ongemak hardop uit. Dat haalt de spanning al enigszins weg.
  • Ervaar je een probleem met seks tijdens of na de behandeling? Benoem het heel precies. Dus niet: ‘Het lukt me niet meer’, maar wel: ‘Het lukt me niet meer om een erectie te krijgen, om vochtig te worden tijdens het vrijen, om opgewonden te raken …’
  • Voor seks ben je niet altijd, maar wel vaak met twee. Neem je partner mee naar de consultatie. Gedeelde smart, is halve smart.
  • Vraag of de arts je kan doorverwijzen naar een goede gespecialiseerde zorgverlener, zoals een psycholoog of seksuoloog. Met hem of haar kan je je verlangens en angsten ongegeneerd bespreken: “Ik wil mijn partner wel graag aanraken, maar ik vermijd contact. Ik wil immers niet dat dat uitmondt in seks, maar dat durf ik niet te zeggen”, “Ik blokkeer helemaal omdat ik mezelf niet langer aantrekkelijk vind”, “Ik heb een stoma en bang voor ontlasting tijdens het vrijen … Een gespecialiseerde kinesist kan je bijvoorbeeld dan weer helpen met bekkenbodemspieren.
Als AYA met een ‘niet-normatieve’ genderidentiteit, een ‘niet-normatieve’ seksuele oriëntatie of een migratieachtergrond krijg je vaak te maken vooroordelen van zorgverleners. In Aflevering 3 van Seizoen 2, Vooroordelen van zorgverleners over intiem zijn buiten de norm, van De Bespreekkamer hoor je hoe het anders kan. In die Nederlandse podcastreeks praat journaliste Daan Borrel vrank en vrij over de invloed van seksualiteit en intimiteit bij jonge mensen met kanker.