Een chirurgische ingreep is bedoeld om een tumor volledig te verwijderen. Als een van beide ogen is aangetast, is het gebruikelijk dat de oogkankerspecialist enucleatie voorstelt, waarbij het oog volledig wordt verwijderd. Deze behandeling biedt de beste kans op herstel. Afhankelijk van het stadium van de kanker kunnen daarnaast chemotherapie en radiotherapie worden toegepast. Als beide ogen zijn getroffen, zal men proberen een deel van het gezichtsvermogen te behouden en wordt enucleatie enkel als laatste redmiddel overwogen.
Radiotherapie maakt gebruik van hoogenergetische straling om kankercellen te vernietigen.
Bij inwendige radiotherapie wordt het oogoppervlak 3 tot 4 dagen in contact gebracht met jodium-125, een radioactieve stof die in korrels op een steunplaat is verlijmd.
Bij deze behandeling wordt gebruik gemaakt van vloeibare stikstof om kankercellen te bevriezen en te vernietigen. Vaak zijn er meerdere sessies nodig.
Bij lasertherapie wordt de tumor verkleind met behulp van een laserstraal. Deze behandeling kan apart of als aanvulling op stikstoftherapie of radiotherapie worden toegepast.
Bij chemotherapie maakt men gebruik van medicatie die kankercellen elimineert. Deze behandeling kan vóór een chirurgische ingreep worden gebruikt om de tumor te verkleinen of vóór andere lokale behandelingen.
Thermochemotherapie is een combinatie van chemotherapie en de lokale behandeling van het oog met een laserstraal. Laatstgenoemde behandeling wordt uitgevoerd onder algemene verdoving en vindt uiterlijk 2 uur na de chemotherapie plaats.