Hoe meer je beweegt, hoe kleiner het risico op heel wat chronische ziekten, waaronder enkele kankers. Makkelijker gezegd dan gedaan? Niet echt! Aan een zittend leven valt eenvoudig een mouw te passen.
De tips liggen voor de hand: sta regelmatig een keer op van je stoel, ga wat vaker te voet of met de fiets naar de winkel of het werk en ruil de lift in voor de trap als het kan. Naast dat soort ‘bewegingstussendoortjes’ adviseert de Wereldgezondheidsorganisatie om vijf keer per week een half uurtje matig te bewegen en minstens een uur en een kwartiertje intensief. Pas dan kan je jezelf tot de groep actieve mensen rekenen.
Op het werk, thuis of in je vrije tijd voldoende en regelmatig bewegen verlaagt het risico op heel wat chronische ziekten en sommige kankers als darmkanker, borstkanker en endometriumkanker (baarmoederkanker). Dat blijkt uit studies.
Ook de kans op andere kankers (onder meer longkanker, slokdarmkanker, leverkanker en prostaatkanker) kan verkleinen, maar dat moet nog verder wetenschappelijk onderzocht worden.
Ontdek hier hoe bewegen het risico op kanker of andere chronische ziekten vermindert.
Je hoeft niet meteen een sport te gaan beoefenen… En al helemaal niet op hoog niveau. Zet gewoon je spieren aan het werk: meer houdt het niet in. In je dagelijkse leven kan je dat veel vaker doen dan je denkt: naar de bakker wandelen, met de (klein)kinderen spelen, huishoudelijke klusjes doen, tuinieren, de trap op en af lopen… Zorg er gewoon voor dat je niet uren na elkaar stilzit!
Bewegen hoeft niet duur of ingewikkeld te zijn. Wat telt, is regelmaat. De Wereldgezondheidsorganisatie raadt een volwassene aan om minstens vijf keer per week een halfuur aan matige lichaamsbeweging te doen en één uur kwart aan intensieve lichaamsbeweging – echt sporten dus.
Zware oefeningen die iedereen zonder veel moeite kan doen, vallen onder matig intensieve lichaamsbeweging. Het gaat bijvoorbeeld om wandelen of flink doorstappen, zwemmen of fietsen, rustig turnen of yoga.
Je beweegt intensief als je oefeningen doet die je lijf echt uitdagen. Meestal gaat het om ‘echte’ sporten als joggen of hardlopen, sportief zwemmen, aerobics, balsporten (als padel, tennis, badminton, basketbal, volleybal…).
Of je nu jong(er) of oud(er) bent: in beweging blijven is altijd een goed idee. Je kan er sowieso op elke leeftijd mee beginnen. Afhankelijk van je leeftijdscategorie variëren de aanbevelingen over de duur en het type oefeningen wel.
Bewegen is makkelijker dan je denkt. De hele dag door kan je bij alles wat je doet, je spieren aan het werk zetten: thuis, op het werk of op school, onderweg, in je vrije tijd… Gezondheidsprofessionals stellen hun beweegadvies af op je leeftijd.
Meer is het niet! Denk er op tijd en stond aan. Neem de trap in plaats van de lift, maak een wandeling tijdens een telefoontje, ga te voet of met de fiets naar de winkel, stap een halte eerder uit de bus… Als je dat op regelmatige basis doet, bereik je er net zo veel, of misschien nog wel meer mee dan wanneer je je elke dag naar de fitness moet slepen voor iets dat je eigenlijk niet graag doet.