Het risico op vulvakanker neemt toe met de leeftijd. Minder dan 20% van de gevallen komt voor bij vrouwen onder de 50 en meer dan de helft bij vrouwen boven de 70 jaar.
De verschillende humane papillomavirussen zijn talrijk; men heeft er meer dan 200 geteld. Ze vormen als het ware een familie van seksueel overdraagbare virussen. De meeste mannen en vrouwen worden er eenmaal of meerdere keren in hun leven aan blootgesteld. Humane papillomavirussen worden voornamelijk overgedragen tijdens de geslachtsgemeenschap of andere seksuele contacten.
Het HPV is doorgaans bijzonder discreet en kan lang blijven bestaan zonder ontdekt te worden. In de meeste gevallen wordt het virus binnen de twee jaar na een besmetting spontaan geëlimineerd door het natuurlijke afweersysteem van het lichaam.
Soms kunnen bepaalde types HPV zich permanent vestigen in de cellen van de geslachtsorganen, met een chronische infectie tot gevolg. De besmette cellen kunnen dan geleidelijk veranderen in kankercellen. Meestal verloopt deze transformatie bijzonder langzaam; ze kan meerdere jaren in beslag nemen. Dat laatste geldt vooral voor baarmoederhalskanker.
Er zijn vaccins ontwikkeld om infecties met bepaalde types HPV te helpen voorkomen.
Roken bevordert de bestendiging van een HPV-infectie en het ontstaan van precancereuze laesies of voorstadium van kanker.
Treft deze chronische huidziekte de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen, dan kan de patiënt op die plaats last krijgen van pijn, jeuk en branderigheid. Ongeveer 4% van de vrouwen met Lichen sclerosis hebben een verhoogd risico op vulvakanker.