Over het algemeen ontstaat het hodgkinlymfoom uit abnormale B-lymfocyten, die Hodgkin- en Reed-Sternberg-cellen (HRS-cellen) worden genoemd.
Hodgkinlymfomen worden ingedeeld in twee types: het klassieke hodgkinlymfoom en het nodulair lymfocyten predominant hodgkinlymfoom (NLPHL). Ze onderscheiden zich van elkaar door het uiterlijk van de cellen en de aanwezigheid of afwezigheid van bepaalde abnormale eiwitten. Om de juiste behandeling te bepalen is het van belang te achterhalen van welk type en subtype er sprake is bij een lymfoompatiënt
Van het klassiek hodgkinlymfoom is er in ongeveer 95% van de gevallen sprake.
In minder dan 5% van de gevallen gaat het om nodulair lymfocyten predominant hodgkinlymfoom.
Het lymfestelsel bestaat voornamelijk uit lymfevaten, lymfeklieren en lymfoïde weefsel. Het is een netwerk dat over het hele lichaam is verspreid.
De functie van het lymfestelsel bestaat erin lymfe te verzamelen en terug naar de bloedsomloop te brengen. Lymfe is het vocht dat vanuit de weefsels in het lymfesysteem terechtkomt. Het is een kleurloze of geelachtige vloeistof, die vooral uit water, eiwitten en lymfocyten bestaat. De lymfe bevat witte bloedcellen, die lymfocyten worden genoemd. De lymfeklieren werken als een filter en halen afvalstoffen en vocht uit de lymfe.
Lymfocyten
Lymfocyten zijn witte
bloedcellen, die tot het immuunsysteem
behoren. Ze worden aangemaakt in het beenmerg, de thymus of
zwezerik, de lymfeklieren en de milt. Deze bloedcellen spelen een
belangrijke rol in onze afweer door zich op verschillende manieren
te kanten tegen abnormale cellen en microben, of door antistoffen
te produceren. Lymfocyten circuleren in de lymfe en in het
bloed.
Er zijn verschillende soorten lymfocyten:
Lymfeklieren
Voordat de lymfe terugkeert naar de bloedsomloop, passeert het minstens een lymfeklier. Lymfeklieren zijn kleine, boonvormige organen die dienstdoen als ‘zuiveringsstations’ van het lymfestelsel. Hun functie bestaat erin mogelijke lichaamsvreemde stoffen zoals bacteriën en virussen onschadelijk te maken.
De belangrijkste groepen lymfeklieren bevinden zich in de buik, de lies, het bekken, de borstkas, de oksels en de hals.
Lymfoïde weefsel
Behalve lymfevaten en lymfeklieren bevindt zich ook lymfoïde weefsel in andere organen, zoals de farynx of neus-keelholte, de luchtwegen, de milt, de darmwand en het beenmerg.