Kanker is geen besmettelijke ziekte, maar er zijn wel virussen die de ontwikkeling van kanker in de hand werken. De meest voorkomende zijn:
Het is daarom belangrijk dat kinderen, jongeren en volwassenen zich laten vaccineren.
Geen enkele medische ingreep is zonder risico’s, dat klopt, maar vaccins bieden veel individuele én collectieve voordelen en veroorzaken zeer weinig ongemakken. Preventieve vaccins beschermen jezelf tegen specifieke ziekten en anderen omdat de overdracht van ziekten afneemt of voorkomen wordt.
Vaccins worden daarom ook aanbevolen door de overheid en gezondheidsprofessionals.
Als het immuunsysteem van het lichaam een virale infectie niet kan overwinnen, dan nestelt het virus zich chronisch in sommige cellen. Voor bepaalde virussen kan chronische besmetting en ontsteking op lange termijn leiden tot kanker.
Virale hepatitis is een ontsteking van de lever als gevolg van een virusinfectie. Chronische hepatitis veroorzaakt door het hepatitis B-virus (VHB), hepatitis C-virus (VHC) en hepatitis D-virus (VHD) en is wereldwijd de hoofdoorzaak van primaire leverkanker – kanker die ontstaat in de lever. Hepatitis B wordt voornamelijk overgedragen door seksueel contact, bloed en lichaamssappen (speeksel, tranen, moedermelk). Hepatitis C wordt overgedragen via bloed. Hepatitis D verspreidt zich het vaakst wanneer mensen niet-gesteriliseerde naalden delen om drugs in te spuiten, maar kan ook via seksueel contact overgedragen worden.
Virale hepatitis kan op twee manieren evolueren:
Het humaan papillomavirus (of HPV) is wijdverspreid. Er zijn meer dan 200 soorten. De meeste vrouwen en mannen worden er een of meerdere keren in de loop van hun leven aan blootgesteld zonder het te weten. Het virus wordt vooral tijdens seksueel contact (zelfs zonder penetratie) overgedragen en is heel besmettelijk. Meestal zijn er geen symptomen en kan het virus dus lang in het lichaam aanwezig zijn voor het ontdekt wordt.
Een HPV-besmetting kan op twee manieren evolueren:
Meer dan 95% van de baarmoederhalskankers zijn het langetermijngevolg van een chronische besmetting met HPV. Deze virussen kunnen ook andere kankers veroorzaken, ook bij mannen (mondkanker, keelkanker, vaginakanker, peniskanker, anuskanker en vulvakanker).
Het vaccin tegen hepatitis B biedt bescherming tegen de ziekte. Je krijgt twee of drie keer een injectie met het vaccin. Het vaccinatieschema kan je inkijken op de website van de FOD Volksgezondheid.
Baby’s, mensen met bepaalde medische aandoeningen zoals, leveraandoeningen, mensen die reizen naar regio’s waar hepatitis B verspreid is en bepaalde beroepsgroepen, zoals arbeiders die met bloedproducten in aanraking komen, kunnen zich laten inenten tegen hepatitis B.
Gratis vaccinatieprogramma voor baby’s
Het vaccin is gratis voor baby’s tussen 2 en 15 maanden in het kader van het vaccinatieschema van de Fédération Wallonie-Bruxelles en het basisvaccinatieschema van het Vlaams Gewest. Spreek erover met je arts of tijdens een consultatie bij het Office de la Naissance et de l’Enfance (ONE) of Kind & Gezin.
Het vaccin tegen humaan papillomavirus beschermt tegen de belangrijkste HPV-stammen, die verantwoordelijk zijn voor zo’n 70% van de baarmoederhalskankers. Een grote, maar onvolledige bescherming dus. Daarom is opsporing bij gevaccineerde vrouwen nog steeds aangewezen. Je krijgt 3 keer een injectie met het vaccin, verspreid over een periode van 6 maanden.
Het vaccin tegen HPV biedt de beste bescherming als je het krijgt voor je aan het virus bent blootgesteld, in het ideale geval voor de eerste seksuele betrekking. En dat geldt voor zowel meisjes als jongens, want het is een seksueel overdraagbaar virus.
De Hoge Gezondheidsraad raadt het vaccin aan:
Gratis vaccinatieprogramma voor tieners
De Fédération Wallonie-Bruxelles en het Vlaams Gewest stellen binnen hun vaccinatieschema’s gratis vaccins ter beschikking van meisjes en jongens van 13 tot 14 jaar (of oudere jongens en meisjes die in het eerste en tweede jaar secundair onderwijs zitten). Adolescenten vanaf geboortejaar 2006 die het vaccin niet gekregen hebben, krijgen het gratis tot en met de leeftijd van 18 jaar.
Spreek erover met je arts of de dienst medisch onderzoek van de school van je kind.