Pieter Timmermans, CEO van het VBO, vindt de ‘band’ met het werk behouden belangrijk voor mensen die een kankerdiagnose krijgen. Lees hier verder.
1. De Europese richtlijn CSRD verplicht steeds meer bedrijven om te rapporteren over de sociale impact van hun activiteiten. Hoe ondersteunt VBO, als partner van Belgische bedrijven, hen bij het vergroten en concreet maken van hun positieve impact op gezondheid op de werkvloer? Heeft VBO hier globale aanbevelingen of een ondersteuningsplan voor?
“Gezondheid op de werkvloer overstijgt de fysieke veiligheid en gezondheid van de medewerkers. Het omhelst de wellbeing van elkeen, zowel fysiek en mentaal. Het VBO stimuleert bedrijven om op een duurzame, ESG-geïnspireerde manier te streven naar een hogere welvaart voor iedereen in de wereld. Duurzaam werken, leven en ondernemen vormt daarbij een cruciale hefboom. Aandacht voor ieders wellbeing is in die evolutie niet meer weg te denken.
Wel integendeel, in de huidige onzekere en turbulente tijden levert aandacht voor het welzijn van medewerkers grote voordelen op inzake productiviteit, samenwerking en motivatie. Kortom, door mensen centraal te stellen in de bedrijfsstrategie verbeteren de innovatie, veerkracht en samenwerking en versnellen de prestaties en vooruitgang. We kunnen dus stellen dat ‘people sustainability’ de kern vormt van de ‘S’ van ESG. En omgekeerd dat duurzaam of ESG-ondernemen een motor is voor het wellbeingbeleid.”
2. Stichting tegen Kanker heeft een campagne gelanceerd om buitenwerkers te waarschuwen voor de risico’s van uv-straling en de daarmee gepaard gaande beroepsziekten, die nu erkend zijn in België. Ziet VBO andere sectoren of beroepsgroepen waar extra aandacht en ondersteuning in de strijd tegen kanker een significante impact kunnen hebben?
“Ik denk dat kanker en de strijd ertegen minder gebonden zijn aan specifieke beroepsgroepen dan soms wel wordt beweerd. In welke sectoren het risico zwaarder weegt laat ik liever over aan onderbouwd onderzoek door academici. Hoe dan ook bestaat er geen wonderformule om de strijd tegen de vreselijke ziekte te bestrijden. Iedere werknemer, ieder bedrijf, elke werkplek is anders. Maatwerk én mensenmaat zijn de boodschap! Je mag hier ook uit afleiden dat ik geen grote fan ben van het ‘woord’ re-integratie. Dan ga je er al vanuit dat er een uitval geweest is en dat mensen problemen zullen ondervinden om terug te komen, om te re-integreren.
Ik zie ons doel meer als de ‘band’ met werk behouden en spelen met de bandbreedte. Wat minder werken, wat meer werken, flexibiliteit in uren en dagen. Er kunnen ook periodes zijn dat je niet werkt en periodes met de normale invulling van je werk zoals altijd. Maar ook in periodes dat je niet werkt, zou de band er moeten blijven ook al wordt die dan louter sociaal: contacten onderhouden, eens langskomen op de werkplek of gewoon aanzitten bij een event of (online) vergadering.”
3. Kanker raakt ons allemaal op een bepaalde manier. Is er een persoonlijke ervaring die u wilt delen en die u inspireert?
“Ergens in mei 2018 vroeg ik aan mijn voorganger Rudi Thomaes, om een bijdrage te schrijven voor het boek ‘125 jaar VBO & beyond’. Rudi was toen al ziek. Maar niemand die kon (of wilde) vermoeden dat zijn gezondheid zo snel achteruit zou gaan. Enkele weken daarna belde hij mij op om te zeggen dat hij twee dagen later uit het leven zou stappen, maar zijn tekst voor het boek vooraf nog zou binnenleveren. Van plichtsbewustzijn gesproken! De les die ik daaruit trek? Wees je ervan bewust dat elke dag telt. Hard werken is een deugd. Tijd nemen om te genieten van andere geneugten van het leven is dat even zo goed. Het leven kan hard zijn, maar relativeren maakt veel leed milder. Wees dankbaar dat je altijd op leermeesters en mentoren een beroep kunt doen. Eens ze er niet meer zijn, besef je hoezeer ze je doen en laten hebben beïnvloed. En hoop je zelf leermeester of mentor van anderen te kunnen zijn. Die ervaring is mij zo sterk bijgebleven dat ik ze heb opgenomen in mijn boekje 25 anekdotes uit mijn Atomaschriftjes.”
4. Wat is uw boodschap aan bedrijven die Stichting tegen Kanker al steunen? En wat zou u willen zeggen tegen bedrijven die nog twijfelen?
“Aan de bedrijven die de Stichting al steunen: blijven doen. Aan de bedrijven die nog twijfelen: doen!“
5. Hoe denkt u dat bedrijven moeten omgaan met werknemers die een kankerdiagnose krijgen?
“Maak de uitdaging om de strijd aan te gaan tegen kanker niet nog moeilijker door er nog een andere uitdaging aan toe te voegen: “aan het werk blijven!” Dat is NIET de boodschap die het VBO als partner van Stichting tegen Kanker wil uitdragen. De boodschap is wel: werk KAN bijdragen tot het succesvol aanpakken van de uitdaging. KAN en niet MOET. De focus ligt dan ook op hoe we die KAN, hoe we die bijdrage van werk op een goede manier realiseren.
Een veelgehoorde en logische reactie bij wie de diagnose krijgt en ook bij veel werkgevers is: focus helemaal op de behandeling en genezing en zet alle andere activiteiten stop. Daar moeten we voorbij kijken. Alle focus zetten op alleen de ziekte weegt mentaal superzwaar, het creëert extra druk en het ontneemt elke uitlaatklep, elke afleiding en veel van de zingeving. Wat je doet, welk werk, bepaalt mee wie je bent. Je levert een nuttige bijdrage, het laat je toe jezelf professioneel te ontplooien. Het zorgt ook voor een sociaal netwerk, contacten met collega’s, klanten, leveranciers … Dat brengt me bij het thema duurzame inzetbaarheid dat het VBO al geruime tijd verdedigt en dat naadloos aansluit bij het verhaal over kanker. Als we willen dat werknemers met kanker een productieve bijdrage leveren, dan moeten we focussen op alle aspecten van de job én van de betrokken werknemer. De persoonlijke situatie moet in balans zijn met de werksituatie. Daarbij spelen de relaties tussen mensen op het werk – steun, empathie en samenwerking – een cruciale rol. Enkel in zo’n evenwichtige situatie, zal werk ook effectief een steun zijn tijdens en na de periode dat je de kanker tracht te overwinnen.”
Copyright foto: TRIPTYQUE