Suzanne Gabriels, expert tabakspreventie Stichting tegen Kanker
Sinds enkele jaren zijn bij onze jongeren de e-sigaretten populairder dan de klassieke sigaretten. Uit de laatste VAD leerlingenbevraging blijkt vooral een stijging van het regelmatig gebruik van e-sigaretten bij 17-18-jarigen en in het technisch en beroepsonderwijs. Hopelijk zullen een aantal nieuwe maatregelen hiertegen een dam kunnen bouwen, maar er is meer nodig dan momenteel aangekondigd op Vlaams, federaal of EU-niveau.
Met het komend verbod op wegwerp e-sigaretten vanaf 1 januari 2025 is ons land alvast trendsetter. België heeft niet gewacht op een Europees initiatief, maar heeft zelf proactief de stap gezet om onze jongeren te gaan beschermen tegen deze “puffs”. In juni hebben verschillende lidstaten er bij de Europese Commissie nog op aangedrongen om actie te ondernemen. Onder leiding van Denemarken hebben 12 EU-ministers van Volksgezondheid een document gesteund waarin de Europese Commissie wordt opgeroepen om nieuwe wetgeving voor te stellen, waaronder het verbieden van e-sigaretten met een smaakje en het aanpakken van de marketing en verkoop van e-sigaretten via mediaplatforms zoals TikTok of Instagram. Een soortgelijk document werd geïnitieerd door Letland. Deze documenten op EU-niveau maken in elk geval duidelijk dat e-sigaret gebruik een gezondheidscrisis is die nog maar net begonnen is en dat snel werk moet worden gemaakt van de herziening van de EU-richtlijn voor tabaksproducten.
Vaak gooien de tabaksproducenten alle niet-brandbare niet-medicinale nicotineproducten op een hoopje en vragen ze naar soepelere regelgeving voor zowel verhitte tabak, e-sigaretten als snus en nicotinezakjes; liefst nog proportioneel naargelang het risico. Hoe je dit laatste in praktijk moet brengen zodat het juridisch overeind blijft, wetend dat de lange termijn risico’s van deze producten nog niet gekend zijn, wordt dan niet concreet vermeld. Maar dit is waar het eigenlijk om draait: ze mikken op het loslaten van de strenge regels over verpakking, smaken en marketing voor deze producten. In ons land is de promotie van verhitte tabak en e-sigaretten, in tegenstelling tot vele andere EU-landen wel al verboden; gelukkig maar! Maar helaas is het afdwingen van de toepassing ervan, zeker op het internet, geen eenvoudig gebeuren. Reden te meer om onze EU-mandatarissen te laten aandringen op een snelle gecoördineerde aanpak over de landsgrenzen heen.
De e-sigaret kent in ons land een tweeledige benadering: streng qua marketing en verkoop om jonge niet-rokers er vanaf te houden; en tegelijkertijd open om ze een plaats te kunnen geven als rookstophulpmiddel voor personen die moeilijk van het roken kunnen afgeraken. Ons land verbiedt de verkoop niet; enkel de verkoop van de wegwerpversies wordt verboden.
Het feit dat België nog geen verhitte tabak verkoopt, heeft evenmin iets te maken met een verkoopverbod. Het zijn onze strenge marketingregels die het de producenten moeilijk maken om deze producten in ons land gelanceerd te krijgen. De behoefte en verslaving aan verhitte tabak is iets dat we vanuit Stichting tegen Kanker liever niet zien opstarten, temeer omdat verhitte tabak geen rol en erkenning als rookstophulpmiddel heeft en volgens het advies van de Hoge Gezondheidsraad dezelfde strenge regels als voor de klassieke sigaret verdient.
Om terug te keren op de groeiende populariteit van e-sigaretten bij jongeren. Op sociale media worden ze, net zoals de verboden nicotinezakjes, gepromoot als een geweldig middel tegen een hongergevoel of tegen depressieve gevoelens. Dit laatste is een flagrante leugen. De eerste keer dat je het gebruikt, kan je er misschien rustig van worden en toch gefocust zijn … maar bij regelmatig gebruik tast het juist de mentale gezondheid aan.
Stichting tegen Kanker is blij dat de nieuwe Vlaamse regering preventie van het vapen bij onze jongeren hoog op de agenda plaatst. Anderzijds hopen we dat ze ook betere rookstophulp aan de huidige rokers niet uit het oog zal verliezen. Door betere samenwerking en afstemming met het federale niveau, bijvoorbeeld voor de financiering van alle aspecten van rookstopbegeleiding in ziekenhuizen, valt veel efficiëntiewinst te boeken. Maar daar horen we voorlopig weinig over. Rokers, vaak beschaamd over hun eigen rookverslaving, staan niet op de barricades. En politici zien roken nog veel te vaak als een eigen leefstijlkeuze in plaats van een verslaving die “zorg” verdient in de zin van betere integratie in de bestaande gezondheidszorg. Er is dus nog veel werk aan de winkel, op alle beleidsniveaus, om die rookvrije generatie te bereiken tegen 2040.