De neus-keel-oorarts of NKO-arts verricht om te beginnen een diepgaand onderzoek van de keelholte met behulp van een strottenhoofdspiegeltje. Dit spiegeltje heeft een lang handvat, enigszins te vergelijken met een tandartsspiegeltje. Door het strottenhoofdspiegeltje achter in de keel te houden kan de arts de ingang van het strottenhoofd en de stembanden onderzoeken.
Een hol buisje met een kleine flexibele camera – een zogenoemde laryngoscoop –, wordt via de neus ingebracht. Zo kan de NKO-arts het hele gebied van de onderste keelholte, het strottenhoofd en de ingang van de slokdarm visualiseren.
Tijdens laryngoscopie kan de arts een stukje verdacht weefsel wegnemen dat vervolgens in het laboratorium onder een microscoop wordt geanalyseerd.