In het geval van kanker in een bijzonder vroeg stadium kan de tumor worden verwijderd tijdens de endoscopie.
Als maagkanker zich nog in een vroeg stadium bevindt, bestaat de chirurgische ingreep uit het verwijderen van het gedeelte van de maag dat door de kanker is aangetast en van de omliggende lymfeklieren. Dit wordt een gedeeltelijke gastrectomie genoemd. De chirurg verbindt dan het overgebleven deel van de maag met de slokdarm of de dunne darm.
Als de kanker is uitgezaaid naar de buitenkant van de maag, kan de chirurg een totale gastrectomie uitvoeren, waarbij de hele maag wordt weggenomen. Hij/zij kan ook een deel van de slokdarm en de twaalfvingerige darm verwijderen. Soms worden de milt en/of galblaas eveneens verwijderd. Bij een totale gastrectomie verbindt de chirurg de slokdarm rechtstreeks met de dunne darm.
Radiotherapie kan als aanvulling van chirurgie worden toegepast om maagkanker te behandelen. De bestraling kan vóór de ingreep worden uitgevoerd om de tumor te verkleinen of post-operatief om de resterende kankercellen te vernietigen en het risico op recidief te verkleinen.
Neoadjuvante chemotherapie gaat vooraf aan de chirurgische ingreep om het volume van de tumor te verkleinen en zo de operatie te vergemakkelijken.
Adjuvante chemotherapie is chemotherapie die volgt na de operatie. Het doel is om alle kankercellen, die overblijven nadat de tumor is verwijderd, te elimineren. Het doel is om het risico op recidief te verminderen.
Palliatieve chemotherapie wordt toegepast als de kanker vergevorderd is. Het doel is om de voortgang van de kanker zoveel mogelijk te vertragen, de pijn te verminderen en de levenskwaliteit te verbeteren.
Hierbij wordt chemotherapie gecombineerd met radiotherapie om de effectiviteit van de behandeling te vergroten.
Doelgerichte therapieën behoren tot de precisiegeneeskunde.
Hierbij valt medicatie kankercellen aan door selectief bepaalde belangrijke stappen in hun functioneren te verstoren. Deze therapieën zijn niet effectief bij alle tumoren. Ze werken alleen als er specifieke doelwitten, meer bepaald moleculaire afwijkingen in bepaalde genen, in kankercellen aanwezig zijn. Vóór het toepassen ervan voert de arts een tumorprofilering uit, waarbij hij/zij bepaalt welke medicatie doeltreffend is voor de kankercellen van de bewuste tumor.
Bij immuuntherapie wordt het eigen afweersysteem van de patiënt gebruikt om kankercellen te elimineren. Deze therapie wordt meestal gebruikt als aanvulling op andere behandelingen voor bepaalde vormen van maagkanker.
