Leukemie is een vorm van bloedkanker die zich ontwikkelt in het beenmerg, waar bloedcellen worden aangemaakt. Uit stamcellen worden er witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes geproduceerd. Bij een overproductie van onrijpe cellen (blasten) die zich niet ontwikkelen tot bloedcellen en zich ongecontroleerd vermenigvuldigen, is er sprake van leukemie. Deze cellen dringen het beenmerg binnen en kunnen uiteindelijk in de bloedbaan en de lymfevaten terechtkomen.
Naarmate de ziekte vordert, nemen de blasten (die dan leukemiecellen worden genoemd) de plaats in van rijpe bloedcellen. Dit kan leiden tot een tekort aan witte bloedcellen en/of rode bloedcellen en/of bloedplaatjes.
Hoewel de oorzaak van leukemie in de overgrote meerderheid van de gevallen niet bekend is, zijn er enkele risicofactoren geïdentificeerd.
Een gezonde leefstijl verhoogt de kans om lang en gezond te leven, maar biedt geen absolute garantie dat je nooit kanker zult krijgen.
De preventiemaatregelen om het risico op chronische leukemie te verminderen, bestaan voornamelijk uit het aannemen van gezonde en evenwichtige gewoonten:
Personen die beroepshalve worden blootgesteld aan chemische stoffen zoals pesticiden, benzeen en formaldehyde moeten de aanbevelingen en preventieve maatregelen volgen die zijn opgelegd. Dit geldt ook voor mensen die op hun werkplek worden blootgesteld aan ioniserende straling.
In tegenstelling tot acute leukemie kan chronische leukemie zich langzaam ontwikkelen en lang onopgemerkt blijven. Vaak wordt de kanker per toeval ontdekt tijdens een bloedonderzoek dat om een andere reden wordt uitgevoerd. Hierbij kan bijvoorbeeld een abnormaal hoog aantal witte bloedcellen worden vastgesteld. Bij bepaalde types leukemie produceert het immuunsysteem soms abnormale antilichamen tegen de eigen rode bloedcellen en/of bloedplaatjes, waardoor ze worden vernietigd door deze antilichamen. Dat kan leiden tot bloedarmoede (te weinig rode bloedcellen) of een afname van het aantal bloedplaatjes.
De meest voorkomende symptomen:
Deze symptomen zijn niet specifiek voor leukemie. Ze kunnen ook wijzen op andere, vaak goedaardige, gezondheidsproblemen. Raadpleeg je arts als je een of meer van deze symptomen opmerkt.
Meer weten over diagnostisch onderzoek naar chronische leukemie:
De keuze van de behandeling hangt voornamelijk af van het type chronische leukemie en de ontwikkeling ervan. Geconfronteerd met een vaak bijzonder langzame voortgang kan de arts een eenvoudige monitoring met regelmatige controles adviseren. Een eventuele behandeling wordt later gestart, afhankelijk van het verloop van de ziekte.
Meer gevorderde vormen van chronische leukemie worden voornamelijk behandeld met een combinatie van medicijnen (chemotherapie, immuuntherapie, doelgerichte therapieën) die kankercellen bestrijden. In sommige gevallen kan de behandeling worden aangevuld met radiotherapie of een stamceltransplantatie. Het verwijderen van de milt kan ook overwogen worden.
Tijdens alle stadia van de behandeling en bij het streven naar een blijvend herstel staat de levenskwaliteit van de patiënt op de lange termijn voorop.
Dat geldt ook op de korte en middellange termijn zodra de ziekte chronisch wordt. In het stadium van de palliatieve zorg, wanneer de ziekte niet meer onder controle te krijgen is, heeft levenskwaliteit absolute prioriteit.
In al deze gevallen zet het medisch team al zijn knowhow in om de levenskwaliteit zo goed mogelijk te bewaken.
Meer informatie over palliatieve zorg en levenseinde.
Het doel van elke behandeling is om kankercellen te vernietigen. Helaas kunnen hierbij ook gezonde cellen worden beschadigd en bijwerkingen worden veroorzaakt. Deze bijwerkingen kunnen sterk van elkaar verschillen, afhankelijk van de behandeling en de patiënt.
In elk geval is het aangeraden om je arts te vragen aan welke nevenwerkingen je je kan verwachten en waar je op moet letten.
Terwijl chemotherapie is gericht op het vernietigen van leukemiecellen, heeft deze behandeling ook een impact op gezonde bloedcellen. Ten gevolge van de medicatie die wordt toegediend, daalt het aantal bloedplaatjes en witte bloedcellen aanzienlijk. Hierdoor loopt de patiënt een ernstig risico op bloedingen en infecties.
Daarom speelt ondersteunende behandeling een cruciale rol in de aanpak van leukemie. De bedoeling is het beperken van de verwikkelingen van zowel de chemotherapie als de ziekte zelf. Ondersteunende behandeling is essentieel om de levenskwaliteit van patiënten met leukemie te verbeteren en om de risico’s die gepaard gaan met de intensieve behandeling te verminderen.
Wat deze behandeling betreft zijn er verschillende benaderingen:
De oncologisch zorgcoördinator is een verpleegkundige, gespecialiseerd in kanker, die zorgt voor de praktische uitvoering van de door het multidisciplinair team voorgeschreven behandeling en die de patiënt de hele duur van zijn of haar zorgtraject in het ziekenhuis begeleidt.
Tijdens je behandeling is de oncologisch zorgcoördinator je belangrijkste aanspreekpunt. Hij/zij maakt integraal deel uit van je zorgteam, woont al je consultaties bij en coördineert al je afspraken. Je zorgcoördinator is makkelijk bereikbaar, telefonisch of via e-mail, om je vragen te beantwoorden.
Na de behandeling is het van belang dat je gezondheidstoestand wordt opgevolgd. Je krijgt een persoonlijk schema van consultaties en aanvullende onderzoeken (bloedonderzoek, beeldvorming…). Die gebeuren in het begin op regelmatige basis, maar vervolgens geleidelijk minder frequent. Als er tussen twee controles nieuwe aandoeningen of symptomen optreden, is het aangeraden zo snel mogelijk je arts op de hoogte te brengen.
Remissie betekent een vermindering of volledige verdwijning van tekens die wijzen op de aanwezigheid van kanker. Als alle symptomen zijn verdwenen, is er sprake van volledige remissie. Dat betekent niet noodzakelijk dat de aandoening volledig en permanent voorbij is. Mogelijk hebben sommige kankercellen het overleefd en zijn ze te klein om te worden gedetecteerd. Maar ze kunnen wel het begin zijn van een toekomstige herval. Pas als er nog een extra periode is overbrugd, waarbij medische onderzoeken geen enkele afwijking of kankercel meer kunnen detecteren, is er sprake van genezing. De duur van deze periode hangt af van het kankertype.
Gemiddeld duurt het vijf jaar voor een kankerpatiënt die geen behandeling meer nodig heeft, genezen wordt verklaard. Maar voor sommige kankertypes kan dat al vroeger gebeuren, terwijl er in zeldzame gevallen na vijf jaar toch nog herval mogelijk is. De algemene regel is dat hoe langer een remissie duurt, hoe groter de kans wordt op blijvende genezing.
Chronische leukemie bij volwassenen is de 11e meest voorkomende kanker in België .
In 2021, zijn 997 personen overleden ten gevolge van deze kanker in België.
Deze cijfers zijn gemiddelden. De individuele prognose hangt af van het stadium waarin de ziekte zich bevindt bij diagnose.