Er zijn drie hoofdtypen botkanker:
Osteosarcoom is de meest voorkomende botkanker en wordt doorgaans bij kinderen, adolescenten en jongvolwassenen vastgesteld. De tumor ontstaat meestal in het nieuwe weefsel van lange pijpbeenderen, zoals onder- en bovenbeen. Als er metastasen of uitzaaiingen optreden, komen ze meestal voor in de longen. Ze kunnen echter ook in andere delen van het skelet ontstaan.
Het Ewing-sarcoom is een zeldzame, bijzonder agressieve vorm van botkanker, die vooral wordt vastgesteld bij jonge kinderen en adolescenten. De ziekte ontstaat in de botholte, meestal in de arm, het been, de wervelkolom of het bekken.
Chondrosarcomen vormen zich in het kraakbeen rond botten, gewoonlijk in het bekken, de dijen en de schouders. Dit type kraakbeenkanker komt het meest voor bij mensen ouder dan 40 jaar. De ziekte evolueert meestal langzaam en zaait zelden uit.
Het menselijke skelet bestaat uit 206 botten.
Botten hebben verschillende functies:
De meeste botten zijn hol en gevuld met beenmerg. Kraakbeen bedekt en beschermt de gewrichten, waar de botten samenkomen.