Behandeling van baarmoederkanker

Radiotherapie kan ofwel als enige behandeling ofwel voor of na een operatie worden uitgevoerd. Hierbij wordt het weefsel uitwendig of inwendig bestraald. In het laatste geval spreekt men van intracavitaire brachytherapie, waarbij radioactieve bronnen via applicatoren in de baarmoederholte worden geplaatst om straling af te geven aan de tumor en nabijgelegen weefsels. Een combinatie van inwendige en uitwendige bestraling kan ook nodig zijn om het risico op terugkeer van de ziekte te beperken. (Geslachtsgemeenschap wordt afgeraden tijdens de behandeling met inwendige bestraling).

In volgende gevallen wordt chemotherapie als enige behandeling of als aanvulling op een operatie toegepast:

• Er is een risico op terugkeer van de ziekte: de tumor is in de omliggende weefsels binnengedrongen of kankercellen hebben zich verspreid in de lymfeklieren.
• Er zijn uitzaaiingen vastgesteld: kankercellen zijn andere organen zoals lever, longen en botten binnengedrongen.

Hormoontherapie wordt uitgevoerd om de groei van kankercellen in het baarmoederslijmvlies te vertragen. Wil men het effect van oestrogeen verminderen, dan kan men de patiënt progesteron toedienen. Er is ook medicatie zoals Tamoxifen en aromataseremmers, die de werking of productie van oestrogeen blokkeren.

Als chirurgie en bestraling niet kunnen worden toegepast, kan hormoontherapie als enige behandeling worden voorgeschreven. In andere gevallen kan men de combinatie van hormoontherapie met andere behandelingen voor baarmoederkanker overwegen. Mogelijke bijwerkingen van hormoontherapie zijn oedeem of vochtophoping, toegenomen eetlust en gewichtstoename.

Doelgerichte therapieën behoren tot de precisiegeneeskunde. Hierbij valt medicatie kankercellen aan door selectief bepaalde belangrijke stappen in hun functioneren te verstoren of richt ze zich op gezonde cellen die de groei van kankercellen ondersteunen. Deze therapieën zijn niet effectief voor alle tumoren. Ze werken alleen als er specifieke doelwitten, met name moleculaire afwijkingen in bepaalde genen of eiwitten, in de kankercellen aanwezig zijn. Vóór het toepassen van een behandeling moet de arts bepalen welke medicatie doeltreffend is voor het type botkanker van de patiënt. Dit wordt tumorprofilering genoemd.

Immuuntherapie is een behandeling die gebruik maakt van het afweersysteem van de patiënt om kankercellen te elimineren. Ze wordt meestal als aanvulling op andere behandelingen gebruikt. Soms wordt immuuntherapie toegepast om gevorderde baarmoederkanker met uitzaaiingen te behandelen.