“Een betere behandeling voor kwaadaardige hersenturmoren”
Tot op vandaag ziet de prognose voor patiënten met kwaadaardige hersentumoren er na herval somber uit. Al sinds het begin van zijn opleiding is dr. Johnny Duerinck vastbesloten daar verandering in te brengen. In kader van het mandaat van Stichting tegen Kanker concentreert hij zich op betere behandelingen en levensverlenging van patiënten na herval van glioblastoma.
Dr. Johnny Duerinck – Universitair Ziekenhuis Brussel (UZ) – Onderzoeksproject: immunotherapie en anti-anglogenese bij patiënten met een recidief glioblastoom
Dr. Johnny Duerinck: “Glioblastoom is een extreem agressieve hersentumor. De overlevingsprognose is – zelfs met een combinatie van de beste huidige behandelingen – erg somber. We spreken over een gemiddelde overleving van ongeveer anderhalf jaar. Bij herval is er tot nu toe geen enkele behandeling die de overleving aantoonbaar gunstig beïnvloedt. Ons doel is de effectiviteit van een aantal innovatieve behandelingen evalueren bij patiënten met dit type tumor.”
Een wereldprimeur
Recent en voor het eerst werd immuuntherapie bij glioblastoompatiënten rechtstreeks in de hersenen geinjecteerd. Dr. Duerinck: “Het doel van deze klinische trial (een fase I-studie bij patiënten met een recidief glioblastoom dat nog in aanmerking komt voor heelkunde), is de haalbaarheid en veiligheid nagaan van een experimentele combinatiebehandeling. Die bestaat uit het injecteren van immuuntherapie in de hersenen na chirurgische verwijdering van de tumor, gevolgd door tweewekelijkse intraveneuze toediening.”
De eerste resultaten lijken bemoedigend, wat maakt dat het team meer patiënten kan behandelen. Ook is een tweede studiearm geopend voor patiënten (momenteel 7) wiens tumor na herval niet meer in aanmerking komt voor een operatie. “Met als blijvende voorwaarde dat ze geen of slechts een minimale dosis corticoïden gebruiken, omdat dit een onderdrukkend effect heeft op het immuunsysteem.”
Een aanval op verschillende fronten
“Naar de toekomst toe willen we het immuunsysteem nog meer stimuleren om actief te worden tegen de tumor. Om dit te doen, zullen we gebruikmaken van dendritische celtherapie (een vorm van immuuntherapie) en oncolytische virussen (die kankercellen herkennen en helpen vernietigen). In een tweede fase hopen we de studie uit te breiden, om meer patiënten te betrekken.
Dankzij het mandaat van Stichting tegen Kanker kan ik mij veel meer op het klinisch onderzoek en het testen van nieuwe behandelingen in de neuro-oncologie concentreren. Als arts vind ik het ook zeer belangrijk dat ik patiënten een therapeutische optie kan aanbieden wanneer er geen standaardbehandelingen meer voorhanden zijn, zoals vaak het geval is bij personen met een recidief glioblastoom.”