Behandeling van acute leukemie bij volwassenen

Behandeling van acute leukemie bij volwassenen

Chemotherapie

Bij chemotherapie maakt men gebruik van medicatie die kankercellen doodt. Meestal wordt een combinatie van verschillende medicijnen toegediend in een reeks cycli, gespreid over een bepaalde periode.

Chemotherapie is de belangrijkste behandeling voor acute myeloïde leukemie (AML). Ze kan oraal, via een injectie in een ader of spier, ofwel in het cerebrospinale vocht (CSV) worden toegediend. De behandeling bestaat meestal uit drie fasen:

  1. Inductie
    Men begint met intensieve chemotherapie van 7 tot 10 dagen, gevolgd door een herstelfase van 3 tot 4 weken. Het doel is om alle tekenen van de ziekte te laten verdwijnen en het beenmerg normaal te laten functioneren.
  2. Consolidatie
    Deze fase begint zodra volledige remissie (herstel) is bereikt. Dat betekent dat er geen symptomen en klinische tekenen meer zijn: er worden geen kankercellen meer gedetecteerd in het bloed of beenmerg. Hierbij dient men andere medicijnen toe dan degene die werden gebruikt tijdens de inductie.
  3. Onderhoudsbehandeling
    Zelfs na consolidatie bij volledige remissie bestaat er een risico op terugkeer van AML. Minder krachtige medicijnen kunnen gedurende meerdere jaren continu worden toegediend om de kans op recidief te verminderen.

Stamceltransplantatie

Een stamcel- of beenmergtransplantatie kan worden uitgevoerd als leukemie opnieuw optreedt of resistent is tegen andere behandelingen.

De transplantatie houdt in dat het met kanker aangetast beenmerg wordt vervangen door hematopoietische stamcellen of bloedstamcellen, zodat ze zich kunnen ontwikkelen tot gezond beenmerg. De getransplanteerde stamcellen kunnen afkomstig zijn van de patiënt zelf (autologe transplantatie of autotransplantatie) of van een donor (allogene transplantatie of allotransplantatie).

Doelgerichte therapieën

Doelgerichte therapieën behoren tot de precisiegeneeskunde. Hierbij valt medicatie kankercellen aan door selectief bepaalde belangrijke stappen in hun functioneren te verstoren of richt ze zich op gezonde cellen die de groei van kankercellen ondersteunen. Deze therapieën zijn niet effectief bij alle soorten leukemieën. Ze werken alleen als er specifieke doelwitten, met name moleculaire afwijkingen in bepaalde genen of eiwitten, in de kankercellen aanwezig zijn. Vóór het toepassen van een behandeling moet de arts bepalen welke medicatie doeltreffend is voor het type leukemie van de patiënt.

Radiotherapie

Radiotherapie kan worden gebruikt wanneer acute myeloïde leukemie (AML) is uitgezaaid naar de hersenen.