Risicofactoren van acute leukemie bij volwassenen

Frequent en/of langdurig contact met producten die benzeen bevatten, zoals in olieproducten (loodvrije benzine), sigarettenrook en bepaalde industrieën, verhoogt het risico op AML.

In zeldzame gevallen kan leukemie worden toegeschreven aan een erfelijke genetische mutatie.

Frequente en/of langdurige blootstelling aan ioniserende straling verhoogt het risico op leukemie. Er zijn verschillende vormen van ioniserende straling:

• Nucleaire ongevallen, radioactieve neerslag van kernproeven, enzovoort
• Radiotherapie (minder dan 3% van de gevallen van acute leukemie)

Ongeveer 20% van de gevallen van acute myeloïde leukemie (AML) worden veroorzaakt door blootstelling aan sigarettenrook, waarschijnlijk door de aanwezigheid van benzeen in tabak.

Een klein percentage van de mensen die chemotherapie voor een andere kanker hebben ondergaan, kan therapie gerelateerde AML krijgen.

Onderzoek toont aan dat, in uiterst zeldzame gevallen, een bepaald type leukemie verband kan houden met een virale infectie, al komt dit type vrijwel niet voor in België.

Het myelo-dysplastisch syndroom (MDS) omvat een aantal aandoeningen waarbij de functie van de stamcellen in het beenmerg is verstoord. Hierbij wordt een onvoldoende hoeveelheid bloedcellen geproduceerd, die hun functies niet goed vervullen. Soms, na enkele jaren, verandert de aandoening in acute leukemie. MDS is een zeldzame ziekte, die jaarlijks bij ongeveer 5 op de 100.000 mensen wordt vastgesteld. Deze groep aandoeningen werd vroeger aangeduid als preleukemie.